Als je door de gangen van het ziekenhuis op de Global Mercy loopt zou je bijna vergeten dat je op een schip bent. Zodra je het kantoor van Erik Jan Hoorn binnenkomt word je echter meteen aan dit bijzondere feit herinnerd. Een ronde patrijspoort geeft uitzicht op de loopplank en door de deining hoor je af en toe het schip wat kraken.
In juli 2023 stapte Erik Jan met zijn vrouw Rhodé en twee kinderen diezelfde loopplank op om aan boord te gaan werken als vrijwillig Hoofd Anesthesiologie & Intensive Care. Ze voeren van Tenerife naar Sierra Leone, waar het ziekenhuisschip momenteel ligt aangemeerd. Voor Erik Jan betekent zijn nieuwe baan dat hij een ziekenhuis met veertig anesthesisten inwisselde voor een varend ziekenhuis in een land met twee anesthesisten. Hij vertelt over de verschillen en overeenkomsten in zijn werk en wat het gezin motiveert om zich in te zetten voor de missie van Mercy Ships.
Wat houdt je functie als Hoofd Anesthesiologie & Intensive Care in?
‘Ik heb een achtergrond als anesthesist. Voordat ik aan boord kwam, werkte ik als kinderanesthesist in het Amsterdam UMC. Hier op het schip ben ik één van de lange-termijnvrijwilligers van de anesthesieafdeling. In mijn rol geef ik leiding aan het anesthesieteam op de OK. Dit team heeft veel korte-termijnvrijwilligers die voor een aantal weken aan boord zijn. Dat betekent dat we een groot verloop hebben en dat er elke week nieuwe vrijwilligers starten. Op maandag is er altijd een introductie voor nieuwe vrijwilligers en neem ik hen mee in de procedures en apparatuur.
Als leidinggevende moet ik inschatten wat iemand kan, en zij moeten inschatten dat ik goed ben in wat ik doe. Ik ben degene die weet waar alles ligt, die alle apparatuur en procedures aan boord kent en die weet welke ingrepen we doen en wat dit vraagt van de anesthesie. Wederzijdse kennismaking en vertrouwen zijn erg belangrijk. Anesthesie is een spannend vak. Als alles goed gaat, kun je gewoon je werk doen. Maar het kan ook spannend zijn en dan moet je goed handelen. Dan is het belangrijk dat je weet wat je aan elkaar hebt. Dat is hier een uitdaging. Je weet soms niet precies wie er naast je staat. Vrijwilligers komen uit verschillende landen en hebben verschillende achtergronden. Dat is soms een spanningsveld, maar het maakt het ook heel interessant. Je leert veel van anderen, wat weer verrijkend is voor jezelf. Ik was in 2014 klaar met mijn studie, maar sommige anderen zitten al twintig jaar in het vak.
Zelf sta ik niet zoveel op de OK. Dat vind ik jammer, dus ik draai een dag in de week mee op de OK. Het is leuk om in te vallen en te ondersteunen en daarnaast is het ook goed om je eigen patiënten te hebben.’
Is dit werk anders dan je werk in Nederland?
‘In deze functie ben ik meer bezig met management dan bij mijn werk in Nederland. Ik wil op zo’n manier leidinggeven dat mensen optimaal hun werk kunnen doen. Als je je goed voelt, kun je je werk goed doen. Pas was er een operatie die lang duurde. Vervolgens stond diezelfde anesthesist om 8 uur ’s ochtends weer klaar. Toen heb ik gezegd: ‘Nee, jij gaat nu eerst slapen’.
Een ander verschil is dat ik in Nederland kinderanesthesist was. Die echte kinderanesthesie [bij pasgeboren baby’s] doen we hier niet. Als we hier kinderen opereren zijn ze altijd ouder dan een paar maanden.
Verder heb je hier veel minder informatie over je patiënten. Wij als anesthesisten besluiten of we iemand wel of niet opereren, of we wel of geen narcose kunnen doen. Thuis zou je soms meer onderzoeken doen om de patiënt beter in kaart te brengen, bijvoorbeeld door een katheterisatie te doen. Hier moet je het met minder informatie doen. Je moet dus op een klinische blik keuzes maken. Als je bij een kind denkt dat diegene downsyndroom heeft, kan er meer kans zijn op bijvoorbeeld een hartafwijking. Dan is de vraag: ‘Durf ik dit kind narcose te geven zonder dat ik weet of dat zo is?’ Nu doe je het op het uiterlijk en kijk je of het kind het goed doet.
Of, als je iemand gaat opereren die vertelt vaak druk op de borst te hebben, is er een kans dat de kransslagaders niet meer goed zijn. Dan kun je wel de tumor opereren, maar als deze patiënt na de ingreep een hartinfarct krijgt, zijn de gevolgen een stuk groter. Dan moeten we soms de keuze maken om niet te opereren. Die verantwoordelijkheid kan het heel moeilijk maken. In sommige gevallen is het heel duidelijk dat we niet kunnen opereren omdat het te gevaarlijk is. Meestal is ons vak echter niet zo zwart-wit, maar grijs. Gelukkig hoef ik die lastige keuzes niet alleen te maken. Dat doe ik samen met anderen die al lang aan boord zitten.’
Op welke manier is je werk hetzelfde als in Nederland?
‘Het anesthesievak blijft hetzelfde en de spullen zijn hetzelfde. We hebben hier in het ziekenhuis mooie apparatuur om op een goede manier narcose te geven. Veilige anesthesie is essentieel voor een veilige operatie. Niemand zou moeten overlijden vanwege anesthesie, maar hier in Sierra Leone gebeurt dat nog wel.
Chirurgische zorg is complex en vraagt om compleet teamwork. Als dat niet zo is, wordt het al gevaarlijk. Hier aan boord hebben we de mogelijkheden om alles goed te regelen, weten mensen hoe ze met de apparatuur om moeten gaan en is er een team van medisch technici. Dat maakt ook meteen duidelijk waarom chirurgische zorg in landen met minder hulpbronnen minder veilig is.’
Hoe draag je in jouw rol bij aan het verbeteren van de zorg in het land?
‘Het Education, Training & Advocacy-team van Mercy Ships is een samenwerking aangegaan met onder andere het Connaughtziekenhuis in Freetown. Vanuit dat ziekenhuis hebben we elke twee weken een anesthesist in opleiding en wekelijks een anesthesiemedewerker die meeloopt op de OK. Ik koppel hen aan één van de vrijwilligers. Daarnaast geven we training door middel van simulaties met mannequins. Dan bootsen we een noodgeval na en moeten deelnemers trainen hoe ze daarmee omgaan. Het gaat daarin niet alleen om de medische handelingen, maar ook om het samenwerken als team. Het geven van trainingen is één van de dingen die ik heel leuk vind om te doen.’
Hoe ben je in aanraking gekomen met Mercy Ships?
‘Bij een conferentie tijdens mijn studie hoorde ik voor het eerst over Mercy Ships. Wat mij vooral aansprak was de hoge standaard. ‘We hebben echt specialisten nodig,’ werd er gezegd. Geen cowboys die zomaar naar Afrika gaan. Op dat moment wist ik nog niet dat ik anesthesist wilde worden dus daar bleef het bij. Maar toen rolde ik de anesthesie in en bedacht ik dat ik wat zou kunnen betekenen aan boord. Later zaten vrienden van mij ook aan boord en had ik genoeg ervaring. Sindsdien ben ik elke werkperiode van het schip een aantal weken geweest.’
Wat spreekt je aan in het werken hier?
‘Alles klopt voor mij hier aan boord. Mijn opleiding, achtergrond in kinderanesthesie, het geven van training, management, de dingen die ik hier heb geleerd. Keuzes die ik eerder heb gemaakt en ervaringen die ik heb opgedaan deed ik omdat ik het leuk vond, maar ook met het schip in mijn achterhoofd. Die combinatie van dingen komt nu gewoon heel goed van pas.’
Hoe besluit je om als gezin deze stap te zetten?
‘Als gezin aan boord gaan was iets wat al heel lang in ons hoofd speelde. Er zijn meerdere redenen waarom we dit doen. Als we naar ons leven kijken, hebben we zoveel gekregen waar we God dankbaar voor zijn. We hebben nagedacht waar we ons in konden zetten voor de wereld en zo ontstond het idee: ‘Gaan we dit doen? Ja, dit gaan we doen.’ We hebben gesprekken gevoerd met mensen hier aan boord, en alles viel op z’n plek.
Voor mij persoonlijk was de overweging dat ik in Amsterdam kan blijven werken, maar dat ik mijn werk ook kan doen op een plek waar de nood veel hoger is en de effectiviteit van wat ik doe veel groter is. Het AUMC heeft veertig anesthesisten en in dit land zijn er twee.
Wat verder meespeelt is dat wij ons als gezin in willen zetten voor de wereld en onze kinderen een breder wereldbeeld willen geven. En, we vinden het ook gewoon leuk om dit te doen.’
De missie van Mercy Ships is: hoop en genezing brengen. Hoe zie je dat terug in jouw dagelijks werk?
‘Ik ben geen idealist. Soms denk ik, het heeft geen zin wat we doen. Als je hier om je heen kijkt en de nood ziet, is wat wij doen maar een druppel op de gloeiende plaat. Anderzijds zie je elk individu dat hier binnenkomt. Afgelopen week hadden we bijvoorbeeld iemand met een enorme tumor in zijn aangezicht die zijn luchtpijp bijna dichtdrukte. We doen die ingreep – het is een operatie die we hier heel goed kunnen – en die man wordt wakker zonder tumor. Daar doe je het voor. Voor die persoon, om hem of haar nieuwe hoop te geven.
Door ons te richten op het trainen van mensen die hier blijven, kunnen we ook op een duurzame manier zorg bieden. We moeten het beiden blijven doen: mensen helpen en meewerken aan duurzame zorg. Het is supergaaf dat we dat mogen doen. Dat maakt dat het voor ons hier heel erg klopt. We voelen ons op onze plek hier.’
Vind je plek aan boord
Ben jij ook op zoek naar een plek waar je je vaardigheden kunt ontwikkelen, terwijl je meewerkt om levensveranderende hoop en genezing mogelijk te maken voor hen die dat het meeste nodig hebben? Momenteel hebben we open vacatures voor medische posities, maar ook voor veel andere rollen aan boord. Van de machinekamer tot de keuken; vind jouw plek aan boord vandaag.