In de verte zie ik de Africa Mercy liggen. Ik ben in een file tussen de vrachtwagens beland, in de haven van nog wel. Ik kan geen kant meer op.
Gelukkig sta ik in de schaduw. Ik zet de auto uit, doe het raam op een kier, en geniet van een half uurtje extra pauze. Terwijl ik stil sta dwalen mijn gedachten af naar hoe het allemaal ook alweer begon.
Ergens in 2007 is een zaadje geplant. Een oom en tante van Erica, mijn vrouw, waren net teruggekomen van ‘Mercy Ships’?!? Ik had er nog nooit van gehoord, tot dat ogenblik althans. Wel mooi om ook een keer te doen, dachten we, later…
Het zaadje werd opgeborgen, ingepakt, muurtje omheen, zand er over. De tijd deed de rest…
Inderdaad, de tijd deed de rest. De tijd verstreek. Het ging goed bij ons. Te goed misschien?! Geloof en God waren er wel, ergens. Totdat.
Een brand in mijn bedrijfsloods midden in de nacht die ik met gevaar voor eigen leven zelf wist te blussen keerde mijn wereld om: als je veel hebt, heb je ook veel te verliezen.
Door genade mocht ik de afgelopen jaren ontdekken wie God is, niet alleen als een oordelende Rechter, dat ook, maar ook als een liefhebbende Vader, die mij nog wil en kan hebben, zoals ik ben.
Zijn liefde werd mij te sterk. Een reeks gebeurtenissen begon daarna mijn leven te tekenen. Bij een persoonlijke roeping op een Open Doors dag werd voor mij duidelijk dat God mij in Zijn koninkrijk wilde gebruiken.
‘Wat mag het evangelie jouw kosten?’ was het thema. Een scherpe vraag, het ging namelijk niet alleen over geld.
Er begon ook een vuur in ons hart te ontbranden, een vuur om iets te doen tegen onrecht, armoede, om samen letterlijk iets betekenen voor onze naaste. Om verschil te mogen maken, hoop en genezing te brengen bij de allerarmsten. Om het evangelie te brengen, en als het nodig is met woorden.
Natuurlijk, we hoeven de straat niet uit om barmhartigheid te verlenen, maar gedreven door de roeping, en het besef dat we in de mogelijkheid zijn om beide onze talenten breed in te kunnen zetten, zijn we nu aan boord om voor een lange tijd Mercy Ships te gaan dienen.
Het weggestopte zaadje is bevochtigd, bemest, en heeft wortel geschoten.
Een aantal jaar geleden hebben we een informatieavond van Mercy Ships bezocht. Na een indrukwekkende avond mochten we iets op een kaart schrijven die opgestuurd zou worden naar de bemanning.
Ik weet nog goed wat ik opgeschreven heb:
‘People like you make the difference in the world.‘
Zo voelde dat echt! Nu ik hier zelf ben denk ik wel eens, is dat ook echt zo?
Gelijk komt er een anekdote bij me naar boven die ik als voorbeeld gebruikte toen ik op een avond als gids fungeerde op de Global Mercy, toen ze in Rotterdam aangemeerd lag begin van het jaar.
Een moeder met haar jonge zoontje hadden het indrukwekkende schip bezocht en het jochie van een jaar of tien wist het zeker: later ging hij ook op het grote ziekenhuisschip werken om de arme kinderen te helpen!
Ik ging door mijn hurken en keek het jochie aan. Ik zei: ‘Weet je wat het is, als jij iemand in de klas hebt die bijvoorbeeld gepest wordt en jij zegt, ik vind jou wel aardig, dan doe je net zulk belangrijk werk als de mensen op het schip. Of als iemand uit je straat er anders uitziet, een andere kleur heeft of gewoon anders is en jij gaat wel met hem spelen en je vertelt dat je hem of haar aardig vindt, dan ziet de Heere God dat ook, zul je dat nooit vergeten!
Volgens mij heeft God mij die avond ook iets geleerd…
Sjors Rosendaal is vrijwilliger bij Mercy Ships en werkt als Maintenance Coördinator op de Global Mercy. Hij deelt maandelijks zijn persoonlijke ervaringen in een column in het Friesch Dagblad, die we hier herplaatsen.