In je leven ontmoet je wel eens mensen die je echt raken. Zo ook collega ‘’Pappa Dean’’: een man op leeftijd die samen met z’n lieve vrouw al heel wat maanden heeft opgeofferd om belangeloos zijn leven beschikbaar te stellen voor de onbekende ander.
Als fysiotherapeut is hij elke dag onvermoeibaar bezig om de patiënten weer bewegingen te laten maken die daarvoor onmogelijk leken. Zoals een arm van een kind waarvan de huid door ernstige brandwonden samengetrokken was tot een krampachtige houding. Door een operatie kan het kind na jaren de arm weer strekken, na maanden fysiotherapie en veel doorzettingsvermogen.
Of een hand die eens verbrijzeld was, waar nu weer wat vorm in gekomen is, en waar nog de juiste beweging en kracht in moet komen.
Vandaag, tijdens de donderdagavondbijeenkomst, komt Pappa Dean iets vertellen wat hem raakte. Op het scherm verschijnt een foto van twee lege versleten gipsschoenen die gebruikt zijn na een operatie waarbij de benen weer recht onder het lichaam worden gezet. Geëmotioneerd vertelde hij die avond waarom die foto van twee lege schoenen hem zo raakte als fysiotherapeut.
Die schoentjes staan symbool voor het traject van aankomst tot vertrek, de pijn die aan genezing vooraf gaat, het doorzettingsvermogen, de veranderde wereld van de patiënt die nu een nieuw leven tegemoet gaat.
Terwijl ik naar zijn verhaal luister denk ik aan dat grotere geheel, het complete plaatje. Het raakt ook mij om te bedenken wát er allemaal achter die versleten gipsschoentjes zit.
Het doet me denken aan alle donateurs die dit verhaal mogelijk maken.
Het doet me denken aan de pre-operatieverpleegkundige die de patiënt heeft gecontroleerd voordat ze opgenomen wordt in het ziekenhuis.
Het doet me denken aan de diëtiste die de patiënt met de juiste voeding heeft laten aansterken zodat hij of zij de operatie aankan.
Het doet me denken aan de chirurg die me vertelde dat hij eigenlijk een soort timmerman van het ziekenhuis is. ‘Ik zaag benen doormidden, haal er een ongelijkzijdige driehoek aan bot tussenuit en maak het weer aan elkaar.’
Het doet me denken aan de ogen van Moustaffa als hij wakker is geworden na de operatie, die vol ongeloof staan nu hij voor het eerst van zijn leven zijn benen recht ziet.
Het doet me denken aan het moment dat ik een bal naar me toegeschopt kreeg van een jongen die met z’n benen in het gips zat.
Het doet me denken aan de klusjesman aan boord die de looprekjes heeft gemaakt.
Het doet me denken aan de keuken die zorgde dat iedereen op tijd te eten kreeg.
Het doet me denken aan de elektriciens die zich onvermoeibaar in hebben gespannen zodat we elke dag weer stroom en water hebben.
Het doet me denken aan het moment als de moeder na weken weg te zijn geweest straks weer voor het eerst thuiskomt met haar nu “normale” kind.
Het doet me denken aan de beveiliging, logistiek, biomedische techniek, keuken, loodgieters, pastoraat, maritiem, administratie, management, en alle andere mensen vanuit allerlei afdelingen die 100 procent vrijwillig een stukje Mercy Ships vormen.
Het doet me bedenken dat de letterlijke vertaling van “Mercy Ships” klopt.
Het doet me denken aan de liefde van God die mensen in beweging zet om het model van Jezus te volgen om hoop en genezing aan de allerarmsten te brengen.
Het doet me denken aan die honderden handen die elke dag gevouwen worden om een zegen voor dit werk te vragen.
Twee versleten gipsschoenen, wat mag het u kosten?