We zitten weer in het vliegtuig onderweg naar de Global Mercy, het ziekenhuisschip van Mercy Ships. Ik heb zojuist m’n telefoon weer voor het aankomende half jaar in de vliegtuigmodus gezet, want dat is de periode die we nu in Afrika zullen verblijven.
En ja, ik heb echt weer zin om aan boord te gaan. Gewoon, omdat het daar altijd in beweging is. Letterlijk.
In de haven een beetje, op de oceaan veel. Moeder natuur weet op het grote water de vrijwilligers die normaal de meeste praatjes hebben, zich voor een week terug te laten trekken in hun cabin met een emmer naast hun bed, wanhopend wachtend tot de vaart over is. Of ik zelf nergens last van heb? Zeker wel.
Zodra buiten de zon, en daarmee alle oriëntatiepunten verdwenen zijn, wordt bijvoorbeeld de kerkdienst ’s avonds een hele uitdaging. Tijdens het zingen staat iedereen en zie ik een hele groep mensen steeds een corrigerend stapje naar links en rechts zetten met de golven mee, inclusief mijzelf. Bij de laatste liederen van de dienst komt deze jongen ook niet meer van z’n stoel.
Wel zo aardig voor de schoonmaakploeg om het avondeten binnenboord te houden of in ieder geval in een emmer te laten belanden.
De frisse buitenlucht doet dan goed, en op de oceaan is de lucht echt fris.
De dynamiek, daar kijk ik ook weer naar uit. Met achtendertig nationaliteiten aan boord zit dat wel goed. Bij terugkomst na vijf weken begroeten sommigen je alsof je hun broer bent en op z’n minst vijf jaar bent weggeweest, terwijl een ander je aankijkt alsof hij je gisteren nog gezien heeft. Ik ben iets meer neutraal zeg maar. Geweldig, dat zeker.
De Engels taal gaat ook steeds beter. Luisteren tenminste, spreken dat moet een ander maar beoordelen. Ik heb er wel een idee bij, ‘I am not running after the facts’, maar zo af en toe voeg ik ook wat toe aan het Dunglish woordenboek. Verder gaat het Engels wel, gewoon een beetje meegaan met de flow. En een Double shot Cappuccino klinkt gewoon lekkerder in het Engels.
We gaan weer naar Senegal, en de bestemming is in dit geval belangrijker dan de reis. Want we zijn hier tenslotte met een reden.
Hoop, genezing en het evangelie brengen aan de allerarmsten van deze planeet. En dat beweegt me het meest om weer terug te gaan.
Het voegt ook op een of andere manier waarde toe aan mijn eigen leven.
Je doet het echt voor een onbekende ander. Net als u als lezer wellicht.
Dat is vaak ook de boodschap die ik overbreng naar de mensen die we mogen helpen in Afrika. Dat er mensen aan de andere kant van de wereld zijn die van hen houden, terwijl ze elkaar niet eens kennen.
Het bidden dat u voor hen doet.
De donaties die u mag geven.
De honderden vrijwilligers die er elke dag weer aan het werk zijn.
Dat is wat liefde doet.
Dat heet Genade.