Wat deed je besluiten om bij Mercy Ships aan de slag te gaan?
‘Mijn moeder vertelde me over Mercy Ships. We wisten er niet zoveel van, dus ik ging wat op internet zoeken. Ik zag dat er voor mij alleen iets beschikbaar was in de huishouding en de wasserette. Nu had ik de eerste helft van mijn tussenjaar als hulp in de huishouding in een verzorgingstehuis gewerkt en zei dus: ‘Ik ga echt niet vrijwillig wc’s schoonmaken hoor!’ Als ik naar Afrika zou gaan, wilde ik dat om zo in contact te komen met de bevolking, niet om toiletten te boenen.’
‘Een tijdje later ben ik me pas echt gaan verdiepen en las ik op deze site het verhaal van Elise Boon, die ook in de huishouding gewerkt heeft. Zij heeft mijn echt overtuigd. In het interview zei Elise: ‘Ieder mens is nodig’ en daar heeft ze volkomen gelijk in. En ik denk dat wat Mercy Ships betekent voor West-Afrika van groot belang is: samen werken aan één doel, mensen helpen. Een schip schoonmaken is geen droombaan, maar indirect ben je zeker van belang. En daarbij zijn er genoeg mogelijkheden om in contact te komen met patiënten. Zodoende ben ik van 1 april tot en met 29 mei naar het schip geweest.’
Wat hield je werk precies in?
‘Ik werkte deels in de wasserette, deels in de huishouding. Elke dag wasten we de kleding van het medische personeel, de patiënten, het beddengoed en vouwden we alles weer netjes op. Daarnaast moesten we zorgen dat de wasserette schoon bleef. Als hulp in de huishouding was het hele schip mijn werkplek. De wasserette runde ik samen met een dagwerker uit Kameroen, het huishoudelijke team bestond uit meerdere dagwerkers en vier bemanningsleden. Je werkte dan in teams van twee, ieder zijn eigen dek.’
Was je snel gewend aan boord?
‘Nee, eigenlijk niet. Ik vond het spreken van de Engelse taal erg pittig. Normaal gesproken wil je ’s avonds socializen met alle leuke mensen aan boord, maar aan het eind van de dag was ik gewoon versleten van het voortdurende spreken in het Engels. Ik had verwacht dat mijn Engels sneller zou verbeteren. Ook miste ik in het begin het kunnen doen van je eigen ding, en het op mezelf kunnen zijn.’
‘Van tevoren had ik zo ontzettend uitgekeken naar mijn tijd bij Mercy Ships, ik had achteraf gezien te rooskleurige verwachtingen. Op de video’s zag het er allemaal zo gaaf uit. De gebeurtenissen aan boord overvielen me daardoor behoorlijk, maar nu ik weer thuis ben besef ik extra hoe ontzettend mooi en bijzonder de twee maanden aan boord waren. Om nooit te vergeten!’
‘Mijn tip voor als je aan boord gaat is daarom: geef jezelf echt de tijd om te wennen. Ik vond dat het soms leek alsof echt iedereen het op het schip volkomen naar zijn zin heeft, maar ik bleek niet de enige te zijn die het soms even niet zag zitten. Gelukkig zijn er genoeg lieve mensen waar ik naar toe kon, die hebben me zeker geholpen.’
Wat heeft je het meest geraakt?
‘Via een Nederlandse verpleegkundige hoorde ik het verhaal van een meisje van 17. Ze had een tumor bij haar kaak. In het dorp waar ze vandaan kwam was het erg onrustig. Mensen werden vermoord en huizen verwoest. Ook haar moeder, broertjes en zusjes zijn hierbij omgekomen. Haar vader bleef in de omgeving, op zoek naar een andere woonplaats. Het meisje moest dus in haar eentje naar het schip. Het verdrietige was dat ze na haar eerste operatie een infectie opliep, waardoor ze niet meer geopereerd kon worden. Die dag kreeg ze te horen dat ze in haar leven alleen nog maar vloeibaar voedsel zou kunnen verdragen. Op diezelfde dag kreeg ze ook te horen dat haar vader was vermist. Zo ontzettend afschuwelijk, dit gun je niemand…’
Je vertelde dat je graag ik contact wilde komen met de lokale bevolking, is daar ook van gekomen?
‘Ja zeker, zo ben ik een paar keer bij de patiënten in de ziekenzalen geweest. De meeste keren ging ik kleuren met de patiënten, heel rustgevend. Verder ben ik bij een bruiloft geweest in Douala, zo bijzonder! Iedereen was in dezelfde vrolijke stof gekleed en er werd veel gedanst.’
‘Kameroen is voor West-Afrikaanse begrippen nog niet eens per se ontzettend arm, maar ik kon gerust zeggen dat ik het arm vond. Doordat mensen modern gekleed zijn en allemaal met een telefoon lopen, lijkt het niet alsof ze het slecht hebben. Maar toen ik bij een vrouw op bezoek ging, viel dit beeld in duigen. Een klein hutje, waar ze met relatief veel mensen leefden.’
‘Ook maakte een van de dagwerkers tijdens het werk soms weleens gebruik van de wasmachines voor een privéwasje, waar ik me dan aan ergerde. Ik dacht: ‘doe dat lekker thuis!’ Maar nadat ik zag hoe zij met de hand alles in een kleine bak waste, was al de was van mijn collega’s welkom!’
Schoonmaken is geen droombaan zei je, maar haalde je er wel voldoening uit?
‘Jawel, zonder de huishouding zou het schip binnen één dag een grote bende zijn. Mensen zullen ziek worden aan boord. Je leeft tenslotte heel close met vierhonderd man bij elkaar, bacteriën hebben zich in een mum van tijd verspreid. Wanneer mensen ziek worden, kunnen er uiteindelijk geen operaties plaatsvinden, en dus mensen geholpen worden. Ik merkte ook zeker waardering voor de huishouding. Heel anders dan in het verzorgingstehuis waar ik eerder dit jaar werkte. Er is gewoon geen statusverschil. Dr. Gary Parker, chirurg, kwam bijvoorbeeld gewoon even de wasserette binnenlopen om te vragen hoe het gaat en om een praatje te maken. Heel leuk! Ook zeggen veel mensen wanneer ik aan het dweilen was: ‘Thanks for your work!’ of ze verontschuldigen zich omdat ze erlangs moeten, heel lief. Zo anders dan hoe het vaak in Nederland eraan toe gaat!’
Hoe vond je het om te wonen en werken op de Africa Mercy, met mensen uit zoveel verschillende culturen?
‘Heel bijzonder en uniek! In het begin ergerde ik me er bijvoorbeeld aan dat sommige mensen van de dagwerkers zo traag liepen. Later hoorde ik van anderen dat dit heel gewoon voor hen is. Ze staan anders in het leven en hebben gewoon alle tijd van de wereld, bijzonder om zo te zien hoe we allemaal van elkaar verschillen!’
‘Aan boord wonen 400 mensen, maar in mijn beleving zijn het er veel minder. Na twee maanden herken je de meeste mensen aan boord wel. Behalve dan dat ik soms graag even een eigen plekje wilde, had ik er verder geen last van. Het voelde eigenlijk aan als een echt dorp. Je kent elkaar dan wel niet allemaal persoonlijk, maar wel van gezicht.’
‘Nadeel vond ik het geregel van tevoren en dat het wennen is om weer thuis te zijn. De leefgemeenschap aan boord is wel een soort christelijke bubbel, wat thuis niet het geval is. Maar al met al een levensveranderende gebeurtenis voor me die ik nooit zal vergeten. Daarbij dien je God en indirect al de patiënten die geholpen worden.’
Wat deed je zoal in je vrije tijd?
‘Na het werk ging ik vaak hardlopen, met een collega uit Amerika. In de gezonde frisse lucht (not! :-)). ’s Avonds gingen we regelmatig de stad in, uiteten of een drankje doen. Een aantal zondagen heb ik de kerken van een paar dagwerkers mogen bezoeken, waarna we naar hun huis gingen, dat was echt heel bijzonder!’
Wil je nog een keertje terug?
‘Ik denk het wel. In ieder geval wil ik voor die tijd eerst mijn Engels verbeteren en mijn studie Rechtsgeleerdheid doen. Misschien kan ik daarmee een andere functie aan boord vervullen. Wat ik tegen anderen zou zeggen die nog twijfelen om aan boord te gaan? Niet aarzelen, gewoon doen!’
[Interview: juli 2018]
Voor u ook interessant:
Het is 2011 als Miranda Vermeulen als verpleegkundige aan de slag gaat. Maar al tijdens haar studie neemt ze zich voor om ooit b...
Mercy Ships streeft ernaar om veilige chirurgische zorg toegankelijk te maken voor zoveel mogelijk mensen aan boord van haar var...
De interesse in Mercy Ships en de gratis chirurgische zorg die ze bieden heeft altijd al een rol gespeeld in het leven van de Ni...