Van kleins af aan raakten de foto’s en video’s van Mercy Ships de 26-jarige Mariëlle de Ridder al. Deze Middelburgse apothekersassistente stapte eind februari aan boord van de Global Mercy in Senegal. Benieuwd wat haar beweegredenen waren om aan boord te gaan? In dit interview vertelt ze hier meer over!
De medische wereld heeft Mariëlle altijd al gefascineerd. Ze begon met de opleiding verpleegkunde, maar kwam erachter dat dit haar nét niet helemaal lag. Wel was de opleiding tot apothekersassistent een logische vervolgstap voor haar. Zo’n 5 jaar geleden is ze afgestudeerd en gaan werken in een apotheek. Toch begon er iets te kriebelen bij haar…
Hoe ben je in contact gekomen met Mercy Ships?
‘Via mijn middelbare school hoorde ik over Mercy Ships. Ik vond het werk heel gaaf en ik vond het mooi dat je iets kunt betekenen voor de medemens. Ik heb altijd in mijn achterhoofd gehouden: ‘Als ik ooit de kans krijg, dan ga ik mee met Mercy Ships’. Een paar jaar later ben ik samen met een vriendin naar een bijeenkomst geweest met Don Stephens [de oprichter van Mercy Ships] in Veenendaal. Door deze bijeenkomst heb ik mij aangemeld voor een voorlichtingsavond en toen is het balletje gaan rollen.’
Hoe verliep jouw proces van aanmelding precies?
‘In 2019 heb ik mij aangemeld om aan boord te gaan, maar helaas was er toen geen plek voor een apothekersassistent. Toch bleef ik Mercy Ships in de gaten houden, want mij werd verteld dat er op de Global Mercy mogelijk wel plek zou komen. In de periode daarna kwam het COVID-virus, waardoor er geen mensen geplaatst werden op de schepen. Gelukkig kwam in 2021 het goede nieuws dat Mercy Ships mensen zocht voor de Global Mercy. Toen ik mij direct had aangemeld voor de functie Ward Administrative Assistent, kreeg ik een mail met de mededeling dat ze nog apothekersassistenten zochten. Ik kreeg de vraag of ik deze functie niet liever wilde vervullen. Zodoende werk ik nu als apothekersassistent op de Global Mercy!’
Wat waren jouw beweegredenen om aan boord te gaan?
‘De foto’s en video’s van mensen uit arme gebieden in Afrika raakten mij al vanaf dat ik een kind was. Toen ik van Mercy Ships hoorde, wilde ik zeker mee aan boord. Ik wist dat ik op deze manier iets kan betekenen. In Nederland heb je het zo goed; ik kom uit een lieve familie, ik heb werk, school en goede gezondheidszorg. Je hebt eigenlijk toegang tot alles. Ook voelt het als een christenplicht om deze zaken aan naasten, die deze dingen niet hebben, te geven.’
Hoe zie je dat op het schip zelf; voel je dat je ook echt iets bij kunt dragen?
‘Ja, zeker! De apotheek is erg belangrijk aan boord. Zonder apotheek – en dus zonder medicijnen – kun je niet opereren. Ik kom dagelijks op de verpleegafdeling en daar zie ik de patiënten waar ik mijn werk voor doe. Het mooie aan het werk aan boord is dat het niet uitmaakt wat voor soort taak je doet, iedereen is nodig om het schip te laten functioneren. Op deze manier levert iedereen een bijdrage aan de zorg voor de patiënten.’
Wat is jouw ervaring als apothekersassistent?
‘Het was voor mij heel nieuw om in een ziekenhuisapotheek aan de slag te gaan, want in het dagelijks leven werk ik in een openbare apotheek. Ik vind het leuk om in een ziekenhuisapotheek te werken in Senegal, want ik leer veel nieuwe medicijnen kennen. Met sommige medicatie krijg je in een openbare apotheek in Nederland namelijk nooit te maken.’
‘In een openbare apotheek heb je veel patiëntencontact, bijvoorbeeld aan de balie of de telefoon. In mijn ervaring is dit in een ziekenhuisapotheek een stuk minder, want je bent vooral bezig om de verpleegafdeling en de operatiekamers van medicatie te voorzien. Ik denk dat dit het grootste verschil is tussen de twee apotheken.’
Hoe ziet een dag op het schip eruit voor jou?
‘Iedere ochtend krijg ik een mail met een rapport waarin staat welke medicatie uit de Omnicells – medicijnkasten – is gebruikt en welke aangevuld moet worden. Ik haal alle medicatie die nodig is uit de voorraad en ik breng ze naar de plek waar het nodig is. Ik restock [herbevoorraad] op deze manier de Omnicells.
Het is meestal hollen of stilstaan hier: het werk komt in drukke en minder drukke periodes. In de middag ben ik vaak bezig met het klaarmaken van de recepten. De palliatieve zorg, de bemanningskliniek of de oogkliniek doen vaak grote bestellingen en ik zorg ervoor dat deze medicijnen gereed zijn. Daarnaast werken we veel met prepacks. Dat zijn zakjes medicijnen voor een maand die mensen mee kunnen krijgen naar huis. Ook deze prepacks moeten aangevuld en klaargezet worden. Vaak verschilt het per dag wat de aanvullende taken zijn. Op rustige momenten ga ik soms naar het buitendek van het ziekenhuis, waar ik spelletjes doe met de patiënten.’
Met wie werk je vooral samen in de apotheek?
‘In de apotheek werken wij met vier personen: Gwen is de hoofdapotheker en Gunter en Wing-Hing zijn apothekers. Iedere ochtend doen zij een patiëntenronde samen met de artsen en verpleegkundigen. In die tijd ga ik met de restock van de Omnicell aan de slag. Ik ben vooral op de achtergrond bezig als ondersteuning.’
Hoe is de cultuur op het schip?
‘Het leven op het schip is 100 procent anders dan ik gewend ben. Je ziet enorm veel voorbijkomen, alles is nieuw en daar moest ik wel even aan wennen. Maar nu ik eenmaal gesetteld ben, is het een hele fijne cultuur aan boord. Je ziet elkaar op het werk en ook daarbuiten, waardoor collega’s ook je vrienden en familie worden. Er is altijd wat te doen aan boord. Voor mijzelf vind ik het fijn dat je je eigen gang kunt gaan, maar dat er ook gelegenheid is om aan sociale activiteiten mee te doen. Toen ik aan boord kwam kende ik niemand, maar twee weken later ging ik op pad met mensen van over de hele wereld! Ik vind het ontzettend leuk om nieuwe mensen van over de hele wereld en hun cultuur te leren kennen. Ook de Senegalese en Afrikaanse cultuur krijg ik mee aan boord. Zo heb ik onlangs met een groep een rondleiding gehad door Dakar van iemand van de daycrew. We gingen met elkaar eten in een lokaal restaurant en hij vertelde over zijn land en cultuur.’
Merk je ook cultuur- en taalverschillen aan boord?
‘Het Engels spreken gaat redelijk, maar hier en daar treedt er soms miscommunicatie op. Vooral in het werk merk ik cultuurverschillen. De Amerikaanse werkcultuur is anders dan hoe wij in Nederland te werk gaan. In Nederland run je als apothekersassistent eigenlijk de hele apotheek en zijn de apothekers op de achtergrond aanwezig voor gecompliceerde vragen. In deze werkcultuur ligt dat net wat anders, want hier zijn de apothekers juist meer in control, ze checken vaker mijn werk. Ik vind het niet erg, want in Nederland is de werkdruk vaak hoog en hier ligt dat lager.’
Wat maakt het werk mooi en welke uitdagingen kom je tegen?
‘Ik merk dat het werk mij veel meer voldoening geeft dan in Nederland. In Nederland heerst een hoge werkdruk en zijn mensen vaker ontevreden. Hier op het schip is dat heel anders. Je ziet echt waar je het voor doet en dat geeft veel meer voldoening.’
‘Een uitdaging is dat de medicatie soms lastig leverbaar is. Zo zijn er binnenkort staaroperaties, maar wij wachten nog op de levering van de medicatie hiervoor. De meeste medicatie ligt nog in een container bij de douane te wachten. Hier ligt een uitdaging voor de apotheek: ‘Wat gaan wij de patiënten geven als we deze bepaalde medicatie niet hebben?’ Of: ‘Kunnen we voor deze situatie een oplossing bedenken?’’
Op welke manier draag jij de missie van Mercy Ships uit?
‘Door Jezus’ voetstappen te volgen. Voor mij voelt deze stap om aan boord van Mercy Ships te gaan als een onderdeel van Gods plan voor mijn leven. Dat ik een klein schakeltje ben in het brengen van hope en healing aan de armste mensen.’
Hoe kijk je naar de toekomst?
‘Het is mijn plan om mijn verblijf aan boord te verlengen. Waarschijnlijk zal ik hierna meegaan naar Sierra Leone. De toekomst zal uitwijzen welke functie ik dan zal vervullen. Je kunt met Mercy Ships nooit zeggen wat je hierna precies gaat doen, maar in ieder geval lijkt het mij leuk om nog wat langer aan boord te verblijven!’