Wie is Co Verkerk?
‘Als kind ben ik opgegroeid op een boerderij in Stolwijk. Na wat omzwervingen ben ik de verpleging ingegaan. Hier heb ik mijn vrouw Rudina leren kennen. We hebben twee dochters en twee schoonzoons. In de verpleging ben ik van ziekenverzorgende doorgegroeid naar verpleegkundige, hierna heb ik de IC/CCU-opleiding gedaan. Vervolgens ben ik als ambulanceverpleegkundige gaan werken in Gouda. Dit werk doe ik nu ruim 27 jaar met veel plezier. Een afwisselende baan met onverwachte situaties. Van levensreddend bezig zijn tot het begeleiden van een patiënt. Ik ben nu 62 jaar en ga dit jaar met functioneel leeftijdsontslag.’
Hoe ben je met Mercy Ships in aanraking gekomen?
‘Via diverse tijdschriften en van mensen uit onze kerkelijk gemeente die met hun gezin aan boord van de Anastasis zijn geweest. In 2004 was de Anastasis, de voorloper van de Africa Mercy, in Rotterdam tijdens de Wereldhavendagen. Mijn vrouw wilde graag het schip bezoeken en zodoende zijn we aan boord geweest. Een verpleegkundige daar hoorde van mijn achtergrond en vertelde dat ze dringend op zoek waren naar een verpleegkundige voor de PACU in november van dat jaar. En jawel, in november 2004 zaten mijn vrouw en ik in Benin op de Anastasis. Rudina in de huishouding en ik op de PACU. Inmiddels ben ik negen keer mee geweest, steeds voor een periode van vier weken op de uitslaapkamer. Mijn vrouw gaat niet meer mee, maar staat voor honderd procent achter mijn vrijwilligerswerk voor Mercy Ships.’
Wat hield jouw werk aan boord in?
‘Op de PACU zorgen we voor de patiënten die van de operatiekamer komen. Als de vitale functies stabiel zijn, de pijn onder controle is en ze goed wakker zijn, brengen wij de patiënt naar de verpleegafdeling en dragen daar de zorg voor de patiënt over aan de verpleegkundige van de afdeling. Als coördinator ben je verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de PACU, zoals de dienstlijst, of er voldoende materialen zijn, de administratie, kleine probleempjes oplossen. Maar omdat alle vrijwilligers zo’n inzet hebben en positief meedenken, kan ik de meeste tijd besteden aan de directe patiëntenzorg op de PACU. Iets wat ik ook het leukst vind.’
In wat voor team werkte je?
‘We werken met drie of vier verpleegkundigen op de PACU. Daarnaast is er een vertaler aanwezig uit het land waar we zijn. Een heel belangrijke functie, want als de patiënt ontwaakt uit een narcose is het belangrijk dat je goed weet hoe de patiënt zich voelt en de patiënt duidelijk krijgt dat de operatie voorbij is. Dat gaat het beste in de eigen vertrouwde taal.’
Co (vijfde van links) neemt met het OK-team de dag door.
Hoe was de samenwerking met het andere medische personeel?
‘Iedereen is zeer gedreven en enthousiast en heeft een motivatie om goede patiëntenzorg te verlenen. Dit komt de samenwerking ten goede, ondanks dat je uit verschillende landen afkomstig bent. Daarnaast is het leerzaam om met verpleegkundigen, artsen en andere medisch personeel uit diverse landen over je vak te praten.’
Hoe zag een gemiddelde week er voor jou uit?
‘We hebben verschillende tijdstippen waarop je begint op de PACU. Bij de vroege dienst begin je samen met het OK-personeel met de mededelingen voor die dag. Het operatieprogramma wordt doorgenomen en daarna is er een moment van bezinning. Soms een stukje Bijbellezen, gebed en/of zingen. Daarna alle apparatuur controleren op de PACU. En controleren of er voldoende materialen zijn, gezien de operaties die er gepland staan. Daarnaast is het soms een poosje wachten op de eerste patiënt. Mooie gelegenheid om met de vertaler en collega’s te spreken over wat hen bezighoudt.’
Zijn patiënten in Afrika anders dan Nederlandse patiënten?
‘Ook in Afrika reageert elke patiënt weer anders. Misschien mag ik zeggen dat ze dankbaarder zijn dan de gemiddelde patiënt in Nederland? Ze zijn in ieder geval opener over hun geloof. Vaak hoor je de patiënt zeggen, als deze ontwaakt en hoort dat de operatie achter de rug is: ‘Thank God, hallelujah!’ Mooi om daar getuige van te zijn. Op de PACU slapen de meeste patiënten en als ze goed wakker zijn, gaan ze naar de verpleegafdeling. Hierdoor is er minder contact dan op de verpleegafdelingen. De vertaler is degene die het meeste spreekt met de patiënt. Je hebt natuurlijk wel het non-verbale contact. Oog hebben voor het welbevinden van de patiënt.’
Zijn er ontmoetingen met patiënten die indruk op je gemaakt hebben?
‘Iedere keer weer maken de VVF-vrouwen indruk op mij. Wat een leed zit daarachter. Vaak een doodgeboren kind, incontinent van urine, verstoten door hun echtgenoot; zij ervaren vaak de schande en het gevoel mislukt te zijn. Ik herinner me een meisje van rond de zestien jaar die na een bevalling incontinent van urine was en geopereerd werd aan een fistel. Na een paar operaties was ze nog steeds incontinent. De wanhoop in haar ogen… Wat is haar toekomst? Ik heb zelf dochters en had het er moeilijk mee. Er wordt gelukkig binnen Mercy Ships door diverse mensen geestelijke bijstand verleend aan de patiënten. Ik denk nog wel eens terug aan deze patiënt. Hoe zal het met haar gaan? Leeft ze nog?’
‘Een andere patiënt, met een tumor in het gelaat, vroeg op de PACU om een spiegel. Toen hij zag dat de tumor weg was, vertelde hij dat hij zijn collega’s nu weer mocht aankijken. Al die tijd was dat hem niet toegestaan. Zijn collega’s waren bang dat als hij ze rechtstreeks aankeek, de kwade geest die voor de tumor gezorgd had op hen overging. Voor mijn begrip onbegrijpelijk, maar wel de realiteit waar veel patiënten in Afrika mee leven.’
Hoe is het om met ruim 400 mensen, uit zoveel verschillende culturen, aan boord te wonen?
‘Fascinerend, leerzaam en soms vermoeiend. Het kost mij veel energie om mij uit te drukken in het Engels. Het gaat goed, maar aan het einde van de dag is het lekker even niet te praten of Nederlands te spreken met landgenoten. Je woont met veel mensen aan boord samen, maar de ontmoetingen met de diverse nationaliteiten vergoeden veel. Er zijn veel jonge mensen aan boord en dat geeft een gezellige sfeer. Je hebt wel weinig privacy op het schip. Zeker als je in een kamer van acht personen slaapt. Nu ben ik er maar vier weken dus dat is wel uit te houden, moet er niet aan denken als ik er een jaar zou zijn…’
Wat zijn je hoogtepunten van het werken bij Mercy Ships tot nu toe?
‘Steeds weer de ontmoeting met nieuwe, bijzondere mensen, zowel patiënten als vrijwilligers. Daarnaast een keer met de screening van nieuwe patiënten geholpen. Zeer indrukwekkend, de lange rijen mensen die uren in de zon wachten. Bij de een de blijdschap omdat hij of zij een operatiekaartje kreeg. Bij ander verdriet, omdat hij of zij niet door Mercy Ships geholpen kon worden.’
Wat merkte je van ‘following the model of Jesus’ aan boord?
‘In bijeenkomsten wordt hier regelmatig de aandacht aan besteed. Maar het meest merk ik het toch bij alle vrijwilligers. Iedereen probeert op zijn of haar manier zijn liefde voor de minder bedeelden uit te dragen. Voor veel mensen met als uitgangspunt de Bijbel. Ook op de verpleegafdelingen is hier aandacht voor, bijvoorbeeld door middel van een film over het leven van Jezus op aarde. Zondag is er een dienst op de verpleegafdeling, met name voor de patiënten.’
Had je naast je werk ook tijd voor ontspanning?
‘In het weekend probeerde ik wel even van boord te gaan. Soms kun je mee met een groep om iets te bezoeken. Daarnaast vind ik het leuk om in groepsverband de havenstad lopend of met de fiets te verkennen. Alleen werd dit de laatste keer in Kameroen afgeraden door Mercy Ships in verband met de veiligheid. Zondag probeerde ik een plaatselijke kerkdienst te bezoeken, bij de kerk van de vertaler of met een groep van Mercy Ships mee.’
Zou je anderen aanraden om aan boord te komen werken?
‘Als je de mogelijkheden hebt (gezondheid, tijd, geld, omstandigheden) zou ik het je zeker aanraden. Het verrijkt je leven en je waardeert je eigen omgeving ook meer als je terug bent. Het aanmelden hiervoor vraagt wat tijd, maar het is zeker de moeite waard. Mijn advies is: ga de eerste keer voor een kortere periode, een tot drie maanden. Daarna weet je hoe jij het ervaart en kan je als het je goed is bevallen voor langere tijd aan boord gaan.’
[Interview: juli 2018]
Voor u ook interessant:
Vraag hem niet om zorg te verlenen, maar klussen kan Rinco Voorrips wel. En dus droeg hij met zijn twee rechterhanden bij aan de...
In mei 2024 ging ze met pensioen, maar stilzitten is aan Gineke van Duijn (67) niet besteed. “Ook als je met pensioen gaat is ...
Mensen beter maken en zorgen dat ze weer het leven krijgen dat ze verdienen: dat is het doel van Ad Boender. Als vrijwillig verp...