Na zijn studie Voeding en Gezondheid en master Voedselveiligheid ging Christiaan aan het werk bij verschillende fabrieken om de kwaliteitscontrole te doen. Toch vond hij daar niet de zingeving die hij zocht. Na zijn derde baan kwam hij erachter: “Dit is het toch niet, maar wat dan wel?” Hij schakelde een jobcoach in en die kwam tot de conclusie dat hij het best paste in de zorg- of de non-profitsector. Maar die sectoren kende hij helemaal niet. Inmiddels werkt hij sinds september aan boord van de Africa Mercy als Foodservice Manager.
Hoe kwam je met Mercy Ships in aanraking?
“Vrij kort na dat advies van de jobcoach zag ik een berichtje op Facebook voorbij komen van Mirjam Schotanus, ook vrijwilliger bij Mercy Ships. Ik had weleens eerder wat over Mercy Ships gehoord, waarschijnlijk via de kerk, maar wist nog niet concreet wat de organisatie inhield. Ik scrolde eerst voorbij het berichtje, maar dacht toen: Oh, Mercy Ships, dat klinkt wel als zorg- en non-profitsector. En er is voor iedereen werk, welke achtergrond je ook hebt. Je verdient er natuurlijk zelf niks aan, je moet er zelfs op toe leggen, maar de sector en de community spraken me toch wel aan. Ook is het gewoon een stuk avontuur, waar ik ook wel van houdt. Dit is gewoon echt een goed doel. Iedereen is vrijwilliger, je ziet echt resultaat van de operaties, maar ook de lange termijn vind ik heel belangrijk. Het ontwikkelen van de gezondheidszorg in een land. De noodhulp en de structurele toevoegingen: dat is gewoon precies wat je als ontwikkelingsorganisatie moet doen. Ik bedacht me dat ik toch maar een belletje moest gaan plegen met Mirjam.”
Wanneer besloot je aan boord te gaan?
“Ik liet het even bezinken en een paar weken later hebben we gebeld. Nog tijdens dat gesprek kwam ik tot de conclusie dat ik er niet meer over na hoefde te denken, hier moest ik naartoe! En toen heb ik me dus aangemeld.”
“Eerst zou ik gaan werken in de Galley (kombuis), en ik had me beschikbaar gesteld voor de lange termijn. Begin juli kreeg ik te horen dat ze een Food Services Manager zochten en ze vroegen of dat niet iets voor mij was. Ik had deze functieomschrijving al wel gezien, maar er stonden een aantal dingen bij die ik nog niet eerder had gedaan of waar ik geen certificaten voor had. Ze vertelden me dat dat wel goed zou komen en dat ik gewoon ingewerkt kon worden. Tijdens het sollicitatiegesprek vertelden ze me dat ze alleen iemand nodig hadden tijdens de Shipyard periode (jaarlijkse onderhoudsperiode), en graag zo snel mogelijk: binnen een week of drie, vier. Dat kwam wel een beetje als een schok, want ik wilde juist die fieldservice (werkperiode in Afrika) meemaken en ik zou al over een maand moeten vertrekken! Ik dacht: “Nou, dan laten we het maar even schieten.”
“Later was ik op bezoek bij mijn ouders en ik vertelde dat ik het aanbod had afgeslagen. Toen zei mijn moeder ineens: “Oh waarom niet?” En het was zo raar, opeens draaiden mijn gedachten 180 graden om en ik dacht: “Ik ga dit wel doen!” Een paar dagen later dacht ik; “Dat was wel bizar.” Ik denk dat alleen God iemand zo snel en radicaal van gedachten kan laten veranderen. Diezelfde avond stuurde ik nog een berichtje dat ik van gedachten was veranderd en toch zou komen. Toen kreeg ik te horen dat ik welkom was aan boord.”
“Opeens draaiden mijn gedachten 180 graden om en ik dacht: “Ik ga dit wel doen!”
Je zit nu sinds september aan boord. Wat doe je daar allemaal?
“Mijn rol heet Food Services Manager, dus ik ben manager van alle mensen die in de kombuis en de dining room werken. Ik ben eindverantwoordelijk voor het menu en dat er lekker, veilig en gezond eten op tafel staat.”
“Wat ik allemaal doe op een dag? Heel veel meetings en met mensen praten, zoals nu ook weer! Ik overleg veel met Supply, om te zorgen dat zij de goede dingen inkopen op het juiste moment en af en toe veranderingen in het menu communiceren. Een helpende hand bieden in de galley en dining room. Op het moment ben ik bezig met veiligheidsadministratie. Mijn voorgangers hadden het tijdens de field service erg druk, waardoor de administratie van mijn rol niet goed werd bijgehouden. Daarnaast ben ik nu bezig met een test om te kijken of mensen zichzelf weer kunnen bedienen. Dat mag namelijk momenteel niet meer door COVID. Daarvoor verzorg ik alle communicatie en ik geef instructies aan mensen in de dining room.”
Wat vind je het mooist aan jouw werk aan boord?
“Het leukst in het algemeen is de afwisseling. Daar heb ik het ook echt op uitgekozen. Ik deed het niet omdat ik perse manager wilde zijn, maar ik heb gewoon behoefte aan afwisseling en ik weet veel van gezond en lekker eten. Op die manier kan ik van dienst zijn. Misschien vind ik het menu wel het leukst, om dat te verbeteren, maar de veiligheidsdingen hebben nu meer prioriteit.”
“Gisteren is alle kerstversiering opgehangen, dus het schip ziet er nu heel gezellig uit. Je merkt gewoon dat veel mensen hun best doen om er toch nog wat van te maken in deze tijd. De community, dat is gewoon het mooiste van het werken en leven aan boord. Ik vind het bijzonder dat ik zo snel goede vriendschappen heb opgedaan. Normaal gezien hou ik een beetje de boot af voor ik iemand een vriend noem, maar dat was hier al vrij snel duidelijk! Ik ben goed bevriend met een Kameroenees. Dus het mooiste is toch wel de mensen, de contacten, de communityleden.”
Hoelang blijf je nog aan boord?
“Daar heb ik aan het einde van de week een beter idee over. Ik weet nog niet of ik verlenging zal krijgen. Als ik voor de lange termijn zou blijven, moet er van alles geregeld worden en zal ik ook fundraising moeten doen. Voordat dat rond is heb ik ook nog geen verlenging. Dus hoe lang? God zal het vast weten!”