Warmte, lawaai, en rommel. Dat is op dit moment de samenvatting van het leven aan boord van de Africa Mercy. Het schip ligt namelijk in droogdok op Gran Canaria. Dat betekent dat het schip uit het water is gehaald en grondig wordt gerenoveerd. Door deze restauratie zal ze weer in goede technische staat zijn om voor de komende 15 jaar operationeel te zijn.
De droogdokperiode is een tijd vol uitdagingen voor de vrijwilligers aan boord. Er zijn voor lange tijd geen basisvoorzieningen, zoals stromend water, airco en elektriciteit. Ook is het een tijd van afscheid nemen. In de afgelopen weken vertrokken bijna 50 mensen, waaronder de gezinnen, om naar hun thuisland te gaan, naar Senegal te vertrekken of om naar de Global Mercy te gaan. Anderen bleven om het schip te bemannen. Denise is één van de vrijwilligers die in deze bijzondere periode aan boord is. Ze vertelt over haar ervaringen.
‘Zo bijzonder om je huis ineens te zien bewegen’
Een aantal weken geleden voer de Africa Mercy van Tenerife naar Gran Canaria om daar in droogdok te gaan. Denise: ‘De vaart was een geweldige ervaring. Het is zo bijzonder om je huis ineens te zien bewegen en onze Deck en Engineering crew druk bezig te zien in hun functie. We hebben ervan genoten om dit samen met de gemeenschap te beleven! Het uitzicht, het zien van dolfijnen, samen God aanbidden en zingen op de boeg van het schip en buiten in hangmatten slapen.’
Na een voorspoedige vaart werd het schip richting droogdok getrokken: ‘Het duurde de hele dag om het schip te liften en op het droge te ‘rijden’. Wij hadden de hele dag tijd om onze nieuwe verblijfplaats voor de komende maanden in ons op te nemen. Het was een hele onderneming, maar heel interessant om te zien! We konden de hele dag aan boord zijn en alles van het bovenste dek meemaken.’
Hoge temperatuur en een bouwplaats
Van tevoren wisten de vrijwilligers dat de temperaturen aan boord behoorlijk op kunnen lopen zonder airco. Daarnaast betekent groot onderhoud ook dat het schip meer op een bouwplaats gaat lijken. Hoe is het om nu aan boord te zijn? Denise vertelt daarover: ‘De eerste week dachten we allemaal: ‘Als dit het wordt, komt het wel goed.’ Maar langzaamaan werd het warmer en warmer aan boord. Zeker toen alle deuren dichtgingen en ramen afgeplakt werden om het hele schip te zandstralen en van haar verflaag te ontdoen. De temperatuur in onze cabins ligt momenteel rond de 30 graden. Gelukkig heeft het schip een eerste laag coating gekregen en zijn de deuren inmiddels weer open.’
Ook binnen wordt elke dag een hoop werk verzet. Denise vertelt dat de machinekamer nog nooit zo’n rommel is geweest. Door het schip heen missen plafondplaten, hangen briefjes met ‘in deze ruimte wordt binnenkort een raam vervangen’, en overal om je heen hoor je Spaans: ‘Leer ik die taal er toch ook nog even bij!’
Fietsen over het eiland
Gelukkig is het voor de vrijwilligers mogelijk om op vrije momenten aan land te gaan. Denise: ‘Dit is een enorme zegen van God en hier zijn we dankbaar voor! De afgelopen weken zijn we een aantal keren richting het strand gelopen, de stad in gegaan, of hebben we op een terrasje met elkaar gegeten en verjaardagen gevierd. Ik mocht van mijn buren een fiets lenen, dus ik kon mijn geluk niet op toen ik al fietsend lekker het eiland op kon om nieuwe plekken te ontdekken!’
Corona blijft echter invloed houden, ook op de Africa Mercy. Door het toenemende aantal Covid-gevallen heeft Gran Canaria onlangs besloten een aantal beperkende maatregelen weer te laten gelden, onder andere een maximale groepsgrootte van 6 personen. Dat betekent dat bepaalde activiteiten niet meer mogelijk zijn. ‘Eén van de hoogtepunten was met elkaar voetballen, heerlijk jezelf kapot rennen en lol maken met alle jongens van Deck en Engineering.’ vertelt Denise. ‘Het plan was om dit drie keer per week te doen, maar omdat de regels veranderden kan dat niet meer.’
‘Als ik één ding leer aan boord, is dat flexibel zijn’
Leven in dankbaarheid
Dat is echter geen reden om te klagen ziet Denise: ‘Veranderingen zijn hier meer regel dan uitzondering. Morgen kan alles anders zijn. Dan is het makkelijk om te klagen, te denken dat je het beter weet, of om teleurgesteld te zijn. Als er één ding is wat ik leer aan boord, is dat flexibel zijn. In Nederland hoor je wel eens: ‘Niet klagen, maar dragen, en bidden om kracht.’ Maar ik denk dat daarmee niet alles gezegd is. Klagen komt uit een dieperliggende ontevredenheid, een gevoel van oneerlijk behandeld worden. Gebed is daarin een krachtig wapen. Het is mijn dagelijkse streven meer op God te steunen en Hem te vertrouwen. Ik heb alles gekregen van God die mij hier bracht om Hem te dienen met al wat in mij is. Ik wil leven in dankbaarheid voor alles wat Hij geeft uit genade. Als ik steun op Hem alleen, wordt leven vrede. Ook als het stormt om mij heen.’