Vier jaar lang gaf ze gym- en computerles aan de kinderen op de Africa Mercy: Floor de Bruin. Nu is ze terug in Nederland. We kijken met haar terug op de bijzondere, leerzame en avontuurlijke tijd aan boord.
Wie is Floor?
“Ik ben 34 jaar en kom uit Zeist. Ik heb Pabo gedaan en daarna 7 jaar in het basisonderwijs gewerkt in Nederland. Ook heb ik de deeltijdopleiding grafisch ontwerp gedaan aan de kunstacademie. Daarna ben ik aan boord van de Africa Mercy gaan werken.”
Hoe ben je aan boord terecht gekomen?
“Ik kende Mercy Ships al jaren van naam. Van jongs af aan had ik een verlangen in mijn hart om een keer missiewerk te gaan doen. Ik ben me erin gaan verdiepen en werd enthousiast, maar op dat moment was ik nog bezig met mijn studie. Een maand nadat ik mijn diploma had gehaald hoorde ik een preek over Jesaja 58: dat God van ons vraagt om te gaan en er daadwerkelijk te zijn voor de medemensen die arm, hongerig of verdrukt zijn. God zei: ‘Floor, het is tijd dat je hier nu iets mee gaat doen.”
“Ik sprak na de dienst met een vriendin en het bleek dat iemand die zij kende net terug was van Mercy Ships na drie jaar aan boord gewerkt te hebben. Zij was ook nog eens net op bezoek bij mij in de buurt. We hebben die week een keer samen gegeten en alles wat zij vertelde leek zo op z’n plek te vallen. Ik heb me toen aangemeld en een half jaar later ging ik aan boord.”
Je kwam op de Academy terecht. In hoeverre is de school aan boord anders dan een school in Nederland?
“Aan boord is het onderwijs internationaal. De Academy heeft een eigen curriculum voor elk vak. Dit is niet gebaseerd op het onderwijs uit een bepaald land, maar meer een combinatie van de manier waarop het onderwijs is vormgegeven in verschillende landen. De manier van werken is anders dan ik in Nederland gewend was. Er was beschreven wat voor soort projecten of lessen ik globaal moest verzorgen, en naar wat voor leerdoelen ik toe moest werken, maar ik moest heel veel zelf invullen en uitvinden. Het is meer gericht op ‘standards’ (leerdoelen) die gehaald moeten worden, en hoe je daar naartoe werkt en dit invult als leraar is vrijer dan in Nederland. Ook zijn er meer specials voor de basisschool, zoals ‘art’, gymles, Franse les, computerles, drama en muziek. Tevens zijn de klassen veel kleiner dan op een gewone school in Nederland. Dit geeft de school een ander karakter.”
Wat maakt je werk als leerkracht anders dan in Nederland?
“Bijzonder is dat je niet naar huis gaat aan het eind van de dag, maar je deelt het leven met je leerlingen en hun ouders in vele opzichten. Je komt elkaar voor of na school tegen in de rij voor het eten, de wasruimte, als je een activiteit gaat doen met mensen van het schip, enzovoorts. Dit is heel mooi, maar ook heel anders dan in Nederland, waar je meer afstand kan nemen van je werk na schooltijd. Ik vond het heel mooi om allemaal deel te zijn van dezelfde missie. Iedereen is aan boord om de mensen van Afrika te dienen en dit geeft een heel bijzondere sfeer. Aan boord had ik vaak het gevoel dat we het meer ‘samen’ deden als ouders en leerkracht. Ouders zijn heel betrokken en ondersteunend bij het onderwijs.”
Was je snel gewend?
“Het kostte wel even tijd om te wennen aan het werk aan boord. Omdat ik zoveel verschillende klassen had, waren er veel projecten en onderwerpen die ik moest ‘uitvinden’. Ook is gym geven op een schip niet het meest voor de hand liggende natuurlijk, dus moest ik creatief zijn en uitvinden wat werkte. In het begin belandden er bijvoorbeeld heel veel ballen in het water tijdens mijn gymlessen!”
“Lesgeven in het Engels was ook wel even wennen. Er waren eenvoudige woorden die ik nooit in het Engels had gebruikt, zoals ‘pion’, haha. Lesgeven in het Engels vergt wel meer van je dan ‘gewoon’ een gesprek voeren. Je moet weten waar je heen wilt, letten op de leerlingen, ze corrigeren waar nodig, en effectief dingen kunnen uitleggen. Het kostte tijd om hieraan te wennen maar dit ging toch wel heel snel. Je ‘leeft’ ineens helemaal in het Engels en dan wen je er ook snel aan.”
Wat is er zo leuk aan lesgeven op de Africa Mercy?
“Het avontuur. Je weet nooit wat een dag brengt. Soms kwam er ineens een enorme vorkheftruck door mijn gymles gereden als ik op de kade was, om een container te verplaatsen. Een keer gingen we zwemmen met de leerlingen in de zee in Durban en waren er haaien gesignaleerd! Soms viel de stroom ineens uit als er een technisch probleem was. Ik heb lesgegeven op de Atlantische en de Indische Oceaan. Tijdens mijn tweede schooljaar heb ik lesgegeven in drie verschillende landen en op twee oceanen.”
“De bijzondere leerlingen maken het werk heel mooi. De mensen die aan boord komen hebben een hart voor het werk dat het schip doet. Deze kinderen maken zoveel mee en hebben vaak zelf ook een prachtig hart en veel wijsheid. Dat je deel bent van het werk dat elke dag aan boord van het schip gebeurt, geeft een hele mooie meerwaarde aan het lesgeven. Je bent ook ‘gewoon juf’, maar dan kom je een paar patiënten tegen op de trap naar boven en besef je ineens weer wat er onder de Academy in het ziekenhuis gebeurt, en dat jij daar ook deel van mag zijn.”
“Ook is het mooi dat je kleine klassen hebt en echt aandacht kunt geven aan je leerlingen. Het geeft een speciale sfeer en je bouwt een bijzondere band met ze op. Ook hebben we heel wat avonturen gehad met de Academy, zoals uitjes als ‘sandboarden’, in de zee zwemmen, op een vlot varen, enzovoort. Je maakt heel wat mee!”
Hoe zag een gemiddelde week er voor jou uit?
“Op maandag begon de week met een meeting voor de hele bemanning. De rest van de dagen begonnen we met de leerkrachten om 7.45 uur met een bijeenkomst om de dag door te spreken en te bidden. Om 8.00 uur kwamen dan de kinderen en deden we eerste een ‘devotional’ (dagopening). Vervolgens begonnen de lessen.”
“Elke dag zag er een beetje anders uit voor mij, maar ik had altijd een mix van gym- en computerlessen op een dag. Vaak meer computerlessen in de ochtend zodat ik me kon omkleden en klaarmaken voor de gymlessen in de middag. Ik had ook wat lessen vrij tussendoor op een dag om lessen voor te bereiden, cijfers te geven, voor administratie enzovoorts. Als de kinderen om 15.20 uur naar huis gingen, werkte ik aan mijn lesplannen en administratie.”
“Op maandag hadden we altijd vergadering met het hele team. Op vrijdagochtend hadden we een devotion voor de hele school samen (op de andere dagen met de basisschool en middelbare school apart). Dit was altijd meer feestelijk. Eens in het kwartaal kwamen we dan verkleed naar school rond een thema: ‘Jabulani Day’. Op vrijdagmiddag dronken we altijd gezellig koffie met alle leerkrachten.”
“Daarnaast sportte ik het afgelopen jaar op dinsdag en donderdag om 17.00 uur samen met anderen op het dek. Ik had op dinsdagavond Bijbelstudie. Op donderdag was er een meeting voor de hele crew. Op de andere avonden waren er nog veel meer dingen te doen, ook vaak verjaardagen enz. Of we gingen een avondje uit. Op vrijdag ging ik zwemmen met een groepje collega’s in een plaatselijk zwembad.”
“In het weekend ging ik vaak naar de markt, op bezoek in de gevangenis, of naar het strand. Op zondagochtend gaf ik om de week Engelse les aan een groep kinderen van de zondagsschool van een plaatselijke kerk. ’s Avonds was er dan nog een kerkdienst aan boord.”
Deden jullie als Academy ook weleens wat samen met de patiënten?
“Ja, de leerlingen gaan daar weleens op bezoek. Ik deed dat niet omdat het in mijn soort lessen niet zo paste. Ik heb weleens een poppenkastvoorstelling en een knutselwerkje voorbereid met mijn leerlingen voor een speciale activiteit, die we met de patiënten hebben gedaan. Verder probeerde ik zelf regelmatig op bezoek te gaan bij de patiënten.”
Hoe zag je jouw rol aan boord?
“Ik zag mijzelf als een kleine spil in het geheel. Soms vroeg ik me weleens af wat mijn werk nu echt bijdroeg. Maar de ouders van de leerlingen vertelden ons regelmatig hoe belangrijk het is dat er zo’n goede school aan boord is, en dat zij er kunnen zijn omdat wij er zijn als leerkrachten. Ik werkte niet op de voorgrond, maar voelde mij zeker deel van de missie en van de community. Ik heb geleerd dat het echt werkt als het lichaam van Christus: elk deel draagt bij en heeft zijn eigen functie. Ook vertrouwde ik erop dat God mij daar had geroepen met een reden, ook al kon ik die zelf soms niet zien. Ik voelde me deel van de ‘ship family’ – een prachtige gemeenschap.”
Wat zijn de belangrijkste dingen die je aan boord hebt geleerd?
“Ik heb geleerd om uit te stappen in geloof en God te vertrouwen voor wat ik nodig heb. Ook ben ik flexibeler geworden – de plannen veranderen nogal eens aan boord en je weet niet altijd waar je aan toe bent! Ik heb veel geleerd over andere culturen. En om te kiezen om er het beste van te maken als het soms een uitdaging is om zo dicht op elkaar te leven. Ook heb ik in praktische zin heel veel geleerd van de lessen die ik heb verzorgd voor gym- en computerles. Ik heb geleerd om eenvoudig te leven; dat ik helemaal niet zoveel nodig heb.”
Wat zijn jouw grootste uitdagingen geweest in je tijd bij Mercy Ships?
“Mijn vader is 2,5 jaar geleden overleden toen ik aan boord was en dit was een moeilijke tijd. Ook was ik soms heel erg moe van het harde werken en het drukke leven, en was het een uitdaging om op de een of andere manier rust te vinden en weer opgeladen te worden. Wat ik ook moeilijk vond was om zo vaak afscheid te moeten nemen van mensen van wie ik heel veel was gaan houden, omdat mensen constant komen en gaan. En dan weer opnieuw te moeten investeren in nieuwe vriendschappen.”
Je bent een aantal maanden geleden van boord gegaan. Waarom deze keuze?
“Na vier jaar werken aan boord was het tijd voor een periode van rust. Ook ging de helft van ons team weg, inclusief de directeur van de school aan boord, en dit was (opnieuw) een grote verandering. Daarnaast waren in het afgelopen jaar veel van mijn long-term vrienden die nog aan boord waren vertrokken. Het was een hele moeilijke keuze, maar ik wist dat er een nieuwe tijd aanbrak en dit hielp om te weten dat het tijd was om te gaan. Ik had niet zoveel energie meer over om opnieuw in zoveel nieuwe dingen te investeren.”
Hoe was het om na zo’n lange tijd afscheid te nemen?
“Het was iets waar ik al vanaf het begin van het laatste schooljaar mee bezig was. Ik wist dat het ging komen. Ik wist dat heel veel dingen de ‘laatste keer’ waren door het jaar heen. Ook heb ik samen met een groepje anderen die na een aantal jaar het schip gingen verlaten een boek gelezen over ‘transition’, zodat we meer voorbereid zouden zijn op dit proces. Ik weet niet of ik er echt klaar voor was, in elk geval zoveel als ik kon. Het was een van de moeilijkste dingen die ik heb gedaan in mijn leven, omdat ik zo van het schip en de missie ben gaan houden. Het hielp dat ik niet de enige was, maar dat een paar hele goede vriendinnen op het schip ook afscheid namen.”
Hoe gaat het nu met het verwerken van je tijd aan boord?
“Ik wist dat thuiskomen moeilijk zou zijn en dat is het ook… Het is een tijd van rouwen om wat er niet meer is. Het is niet alleen het afscheid nemen van een baan, of verhuizen, maar echt alles in mijn leven is veranderd. Ik mis mijn vrienden aan boord, de manier van leven, Afrika, mijn werk in de Academy, het deel zijn van deze missie. Het kost tijd om hier doorheen te gaan.”
“Ik heb onlangs een Debrief Retraite gedaan in Frankrijk, voor mensen die op het missieveld werken. Dit heeft mij erg geholpen omdat ik hier mijn verhaal kon delen en ook verdrietig mocht zijn over de dingen die ik mis. Nu merk ik dat er langzaam weer ruimte komt voor iets nieuws. Het is zoeken want ik ben veranderd en ‘pas’ niet meer in mijn oude leven hier. Het heeft tijd nodig om weer te zoeken naar wat ik ga doen en waar ik mijn ervaringen (die niet standaard zijn!) kan gebruiken.”
Wat mis je het meest en het minst van het leven aan boord?
“Ik mis het ‘community-life’, het gezellige van met elkaar leven en veel mensen om je heen hebben. Ook mis ik hoe je het geloof deelt aan boord en daadwerkelijk daar vanuit leeft met elkaar. Ik mis het om deel te zijn van zo’n geweldige missie, en dat wat ik elke dag doe daaraan bijdraagt.”
“Het leven aan boord is vol, er zijn altijd veel dingen te doen. Ik vind het fijn om nu een periode met meer rust te hebben. Ook mis ik niet dat ik zo vaak gedag moest zeggen tegen hele mooie mensen die ik mocht leren kennen!”
“Waar ik weer echt van geniet in Nederland is de vrijheid om zo op de fiets te stappen of een eind te gaan wandelen (als ik wil alleen!). Ook geniet ik van het prachtige groen hier. Ik geniet van het zien van mijn vrienden en familie zonder dat ik na een paar weken weer afscheid moet nemen. En van de kleine dingen zoals donkerbruin brood, verse melk, en het branden van kaarsjes.”
Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik ga eerst een DTS doen tijdens het komende half jaar: een Discipelschap Training School, bij Jeugd met een Opdracht. Dit is iets dat ik al lang wilde doen en voordat ik aan iets nieuws ga beginnen, is het nu een goed moment. Ik wil graag weer gaan werken als leerkracht, maar wat en waar weet ik nog niet. Ik heb nog meer hart gekregen voor missiewerk en ik acht de kans groot dat ik weer in het buitenland zal gaan werken in de toekomst.”
Zou je anderen aanraden om bij Mercy Ships vrijwilliger te worden?
“Ja! Het schip is een prachtige plek waar je tot je recht mag komen. De community is warm en liefdevol. Het is een kans om God te dienen en meer van de wereld te zien. Je ontmoet ongelofelijk veel ‘parels’: mensen met een prachtig hart. Het geeft je zoveel terug voor de tijd en energie die jij investeert. Je zult de wereld met andere ogen gaan bekijken.”