‘Tuurlijk ga jij mee op dat schip!’ De vriendinnen van Rimke waren niet verbaasd toen ze vertelde dat ze voor drie maanden mee ging aan boord van de Africa Mercy. Rimke van de Nes is 19 jaar, houdt van varen en is nu al twee keer aan boord geweest. Daar werkte ze als schoonmaakster, gastvrouw en in de eetzaal. Na drie maanden in quarantaine op het schip in Tenerife, is ze weer teruggekeerd naar Nederland. Wij stelden haar wat vragen en ontdekten dat ze gedreven, en enthousiast is over de missie van Mercy Ships.
Hoe ben je begonnen bij Mercy Ships?
‘Na de middelbare school wilde ik graag een tussenjaar om vrijwilligerswerk te doen. Ik hoorde van een vriendin dat zij voor tien maanden mee ging met het schip de Africa Mercy en ze zei: ‘Dat vind ik ook wel wat voor jou!’ Ik houd van varen, dus zo lang op een schip zitten leek mij wel wat. Hoe meer ik hier over ging nadenken, hoe enthousiaster ik werd. Zij ging al in september 2018 mee. Helaas was ik toen nog geen achttien. Op een woensdag in februari 2019 werd ik achttien en het weekend erop ging ik gelijk aan boord, zo erg keek ik er naar uit. Daar ben ik elf weken geweest tijdens de werkperiode in Guinee. Nu ben ik drie maanden in Tenerife geweest tijdens de verlengde onderhoudsperiode van het schip.’
Maar waarom Mercy Ships?
‘Ik vind Mercy Ships een mooie organisatie omdat ze medische zorg in andere landen opbouwen en zo een blijvende impact hebben. Ook als we weer wegvaren. Door lokale zorgmedewerkers te trainen, kunnen ze hun werk blijven doen als wij weer weg zijn. Het werk is dus veel meer dan alleen operaties op het schip. Het is zo mooi om hier een klein, maar merkbaar onderdeel van te zijn.’
Wat deed je op het schip?
‘De eerste keer dat ik meeging was ik schoonmaakster. Ik maakte bijvoorbeeld de vloeren schoon in het ziekenhuis, maar ook de kantoren. Ook heb ik gewerkt als gastvrouw, waarbij je mensen ontvangt op het schip. Afgelopen keer was ik ook vaak actief in de dining room, de eetzaal.’
Hoe is het contact met de andere Nederlanders aan boord?
‘De Nederlandse ‘community’ heeft een sterke band met elkaar. Toen ik wegging, waren er meer dan 20 Nederlanders aan boord, waaronder vijf kinderen die gewoon naar school gingen op het schip. We hebben veel leuke Nederlandse tradities aan boord. Zo komen we elke zondagavond na de kerkdienst samen. Dit heet de ‘Dutchie night’. Er is altijd wel iemand die koekjes bakt of een andere Nederlandse lekkernij. Even lekker Nederlands met elkaar praten, heerlijk!’
Waren er moeilijke momenten aan boord?
‘Afgelopen keer was het werk vrij zwaar aan boord, omdat we onderbemand waren op alle afdelingen (en nu nog steeds). Zo werkten we in de dining room maar met drie mensen. En met drie mensen 150 crewleden te eten geven, is een behoorlijke opgave. Toen ik de eerste keer meeging moest ik vooral wennen aan het fulltime werken. Hiervoor had ik alleen in een supermarkt gewerkt. Gelukkig krijg ik energie van het dankbare werk dat ik kon doen, maar ik kreeg bovenal energie van de inspirerende mensen aan boord.’
“Nu het schip in quarantaine ligt in Tenerife, is het tijd om onze mede crewleden te kunnen dienen en bemoedigen.”
Wat ga je niet snel vergeten?
‘De oprechte waardering van het werk aan boord. Niet alleen in de ogen van patiënten, maar ook de dankbaarheid van de crewleden voor het werk dat iedereen doet. Zo serveerde ik het eten in de eetzaal achter de buffetlijn, door de aangescherpte maatregelen voor corona. En altijd als ik eten opschepte achter het buffet, liet de crew duidelijk merken hoe dankbaar ze ervoor waren. Ook zat ik aan boord in een cabin voor tien personen en elke week kwam er weer iemand nieuw. Op gegeven moment zat ik met acht verschillende nationaliteiten op een kamer, van mensen uit Sierra Leone en Australië tot aan Zweden en België.’
Wat mis je het meeste, nu je weer thuis bent?
‘Een standaard antwoord, maar daardoor zeker niet minder waar: de mensen, de community. Ik heb nog steeds contact met de mensen waar ik close mee was. Ook skype ik nog steeds met een bijbelstudiegroep aan boord.’
Wat houdt je op dit moment bezig?
‘Rijles! Ik ben bezig om mijn rijbewijs te halen. Nu ik weer voor wat langere tijd thuis ben, breng ik ook veel tijd door met mijn familie en vrienden, maar ik hoop om weer terug te keren aan boord, voor lange termijn. Het gezegde luidt nu eenmaal: ‘Eenmaal een mercyshipper, altijd een mercyshipper.’