Ik loop op de grote markt en kijk rond naar de talloze stoffen en souvenirs die er verkrijgbaar zijn, twijfelend over wat er in mijn grote koffer past en wat ik zal kopen. Een vrouw pakt me bij mijn arm en leidt me naar haar winkeltje. Ze vertelt me dat dit nu al de tweede keer is dat ik hier ben en dat ik nu écht iets bij haar moet kopen want haar 2 kinderen hebben vandaag nog geen eten gehad.
De armoede spat ervan af hier in Freetown. Als je door de stad rijdt staan er geen luxehuizen, geen grote flatgebouwen of mooi aangelegde parken en pleinen. Kinderen zitten op straat, voor de minikraampjes van hun ouders te wachten tot de dag weer over is. Of ze begeleiden hun blinde of verlamde ouder door de stad zodat ze samen kunnen bedelen.
‘Geld geven werkt als een magneet’
‘Lastige’ keuzes
En ik? Ik kom hier met een koffer van 23 kilo aanzetten, waarbij ik ‘lastige’ keuzes moet maken over wat ik wel en niet meeneem. Ik krijg hier 3 maaltijden per dag maar klaag dat je voor het ontbijt toch wel erg vroeg je bed uit moet.
Maar wat doe je dan…? Weer zo’n ontzettend lastig onderwerp waar ik geen antwoord op heb. Je wilt de verschillen overbruggen, je gunt die mensen wat jij ook hebt. Maar je kunt niet iedereen die hier om geld vraagt geld geven. Vanuit Mercy Ships krijgen we het dringende advies om geen geld te geven aan bedelaars. We zijn hier met een doel om de gezondheidszorg te helpen, besteden geld aan projecten om dit te ondersteunen, ook als we hier weg zijn. Geld geven werkt als een magneet, als je aan één iemand op straat geld geeft als blanke persoon, dan wil de rest ook…
‘Wel vier wc’s!’
Het contact met de patiënten hier maakt dat je beter gaat beseffen waar ze leven en hoe ze dat ervaren. Ik heb een aantal langere gesprekken gehad met tieners hier op de afdeling. Aan een van hen vroeg ik wat ze ging vertellen als ze weer terug op school was. Ze zei dat ze als eerste zou vertellen dat er hier wel 4 wc’s zijn! Dat had ik even niet zien aankomen. We doen hier allemaal mega complexe operaties, proberen zo goed mogelijke zorg te verlenen maar het belangrijkste wat je onthoudt is het aantal wc’s?
‘Wat is armoede als je niet weet wat rijkdom is?’
Beschermd opgevoed
In de gesprekken met de tieners blijkt ook dat ze wat dat betreft beschermd zijn opgevoed. De meeste volwassen hier weten wel dat het in het westen ‘beter’ is. Maar de kinderen en tieners hebben geen idee, hun wereldbeeld reikt niet tot hoe we het in Europa en Amerika hebben. Ze leven hier en kennen alleen het leven hier. Een van de tieners vertelde me dat ze alle witte mensen zo lief vindt en dat we allemaal zo vriendelijk zijn. Haar beeld van witte mensen is puur gebaseerd op het Mercy Ships personeel. Aan de ene kant vond ik dit fijn, haar beeld van ons is gelukkig niet negatief en ze beseft dat we hier zijn om te helpen. Maar aan de andere kant voelde ik me ook schuldig, ik dacht; je moet eens weten hoeveel geld we hebben en hoeveel meer ‘het Westen’ zou kunnen doen. Maar dat heb ik haar maar niet verteld. Nu het nog kan, laat ik haar even in de kinderlijke waan. Want pas als je beseft hoeveel geld anderen hebben, kan je beseffen hoe weinig je zelf hebt. Wat is armoede als je niet weet wat rijkdom is?
Boukje de Vries met twee jonge patiënten op de verpleegafdeling
Schuldgevoel
Ik voel me soms schuldig dat we ze blootstellen aan zo’n luxe schip. Dat we ze bewust maken van hoe het ook kan. Ik voel me schuldig als een van de volwassen patiënten vraagt hoeveel geld het kost om met het vliegtuig naar Nederland te vliegen, want dat lijkt hem wel wat. Ik wil dan eerlijk zijn en vertel hem het bedrag. Het is voor hem iets wat hij nooit kan betalen.
Stof tot nadenken
Maar ik kom even hulpverlener ‘spelen’, steek wat geld in het land door toeristische tripjes te ondernemen waarbij ik meer uitgeef dan ze hier überhaupt per maand verdienen. Ik weet dat ik, hoe leuk ik het hier ook vind, de mensen hier toch weer een beetje zal vergeten. En dan kom ik in Nederland en dan zeggen mensen: wat goed dat je bent gegaan! Wat een goed werk doet Mercy Ships. Maar wat ik hier doe is niets vergeleken bij wat een veerkracht en doorzettingsvermogen én vreugde die patiënten in Sierra Leone hebben. Ik vind het erg lastig hoe ik met al deze verschillen moet omgaan, hoe ik hierin de juiste benadering vind en hoe ik kan accepteren dat het verschil tussen arm en rijk niet te overbruggen valt door mij alleen.
Tja… veel stof tot nadenken, en antwoorden heb ik niet. Elke keer als ik er in mijn gedachtespinsels niet uit kom, loop ik in mijn vrije tijd naar de afdeling toe voor een bezoekje. Ik dans, lach, knuffel, high five en geef liefde. En de patiënten geven dit aan mij, betere afleiding bestaat er niet!
Bid u, bid jij mee voor ons bijzondere, maar soms ook moeilijke en confronterende werk?
Boukje de Vries, verpleegkundige op de Global Mercy