BLOG 4: Senegal – Nederland
Ga naar de pagina van Sjors en Erica RosendaalWe nemen je graag weer mee in onze belevenissen van de laatste maanden.
Vandaag gaan Erica en ik met de taxi naar Sea Plaza, want mijn haar moet nodig geknipt worden. Sea Plaza is een overdekt winkelcentrum waar een echte Franse kapper zit. Stel je nu maar niet al te veel voor bij “een overdekt winkelcentrum”, want het winkelcentrum in een afgelegen buurt in uw stad is er de PC-Hoofdstraat bij.
Maar goed, de taxi.
De meeste taxi’s zijn een Toyota en dan het model die uw buurman vroeger ook had.Alleen ben ik al tijden op zoek om een Mercedes 190 Diesel als taxi te krijgen.
Dat zit namelijk zo.
Opa Rosendaal had ooit zo’n Mercedes en heeft mij daarmee toen naar school gebracht. Dat had nogal indruk en alleen een Mercedes 190 D maakt geluid als een echte Mercedes.
Af en toe zie ik er hier één rijden die als taxi gebruikt wordt, maar meestal heb ik dan net geen taxi nodig of zit ik zelf in de auto, maar goed, wie weet ooit.
Maar nu heb ik de kans om dat gevoel van toen nog eens terug te krijgen aangezien dit soort auto’s inmiddels strikt verboden zijn geworden in Nederland.
Ze zijn te vervuilend voor het milieu in Nederland en daarom verplaatsen we het probleem maar door ze naar het zuiden te verschepen.
Nu maar hopen dat de wind nooit naar het noorden staat….
Maar die arme zielen hebben hier ook een hart voor de natuur hoor.
Zo heb ik namelijk gezien dat ze bijvoorbeeld hele vaten gebruikte olie weer de grond in laten lopen en het daarmee terug aan moeder aarde geven.
En bemesten en bevochtigen van de flora en fauna langs de kant van de weg wordt vaak gedaan door lokale bevolking.
Het stikstofprobleem lossen ze hier anders op, ze geven hun vee zó weinig te eten dat ze net niet omvallen, het idee erachter? Wat je er niet instopt komt er ook niet uit.
Plastic wordt netjes gescheiden door de oceaan, blijft daar keurig op het water drijven en wordt weer op het strand afgeleverd.
Losliggend papier wordt meestal opgegeten door de loslopende geiten en op die manier wordt het ook weer opgenomen in een natuurlijke cyclus.
En ook wat er na een knipbeurt overblijft bij de kapper gaat weer terug de vrije natuur in, met de wind mee, omdat dat meestal gewoon op een kruk onder een boom gebeurt.
Nu zou ik die ervaring wel eens willen delen, alleen denk ik dat ik er ook gratis een heel vlooiencircus op m’n hoofd bij krijg en dat is geen goed idee als je op een schip woont. Sowieso niet eigenlijk.
Dus gaan we maar naar de kapper die uit Frankrijk komt, maar nu in Dakar woont en werkt omdat hij de Franse mensen niet leuk vindt.
Opmerkelijk, dat wel, maar de wereld wordt pas leuk door de opmerkelijkheid harer bewoners, dus we berusten in het opmerkelijke.
Maar goed, om een kort verhaal lang te maken, de taxi dus.
Volgens mij rijden hier meer taxi’s dan in New York, dus je hoeft je hand maar in de lucht te steken en er stopt al een taxi naast je.
Als ze een blanke zien stoppen ze sowieso wel, of op z’n minst claxonneren ze even.
De claxon is overigens vaak het enige wat werkt van de taxi en eigenlijk het enige wat ze nodig hebben.
Stevig onderhandelen over de prijs voordat je instapt is sterk aan te bevelen, maar voor een euro of drie is het mogelijk om van de haven naar Sea Plaza te reizen, een rit van een kwartier ongeveer.
De meeste taxi’s die we tot nu toe gehad hebben waren waarschijnlijk ooit verhandeld als sloopauto, maar konden hier nog een levensverlengende behandeling krijgen.
Als ik naast de taxichauffeur plaatsneem probeer ik meestal te ontdekken hoeveel kilometer de auto heeft gelopen en of er überhaupt vanaf het dashboard iets waar te nemen valt.
Tot nu toe deed van alle taxi’s die we gehad hebben werkelijk niets van het dashboard het, de kilometerteller stond meestal stil op 500.000 kilometer of meer, maar verder, niets, uit.
Snelheidsmeter niet, toerenteller niet, geen lampjes, gordel niet, deurslot niet (zodat je het portier zelf vast moet houden), niets, verder totaal geen leven in heel het interieur te bekennen.
Tot vandaag. Ik moet moeite doen om mijn enthousiasme te bedwingen, want voor de goede orde: niet één lampje brandt, nee, alle lampjes branden!
Rood, geel, blauw, groen, werkelijk het hele dashboard is verlicht, zeg maar wat je normaal ziet als je je auto in contact zet en dan continu.
Dit is top!
Op een gegeven moment zie ik in het digitale gedeelte van onze Renaulttaxi zelfs in het Nederlands ‘ruitenwisservloeistof bijvullen’ verschijnen!
Als we een drempel over gaan maakt de auto telkens een heel torderende move en als we de bocht doorgaan hoor ik hoe de kogellagers knarsend hun best doen de wielen op hun plek te houden.
De v-snaar krijst als een zwanenzang.
Na de knipbeurt lopen we nog een rondje door het winkelcentrum, laten we ons bijna verleiden tot de aankoop van een echte Dolce en Baggana tas en een Doir shirt, nemen nog een kop koffie en gaan weer met de taxi terug naar de haven.
Ook voor deze rit betalen we weer 2000 cfa-frank en dat is dus ongeveer drie euro.
Als geld niets meer waard wordt, krijg je heel veel nullen.
Geld heeft hier sowieso een heel andere waarde, dat is bijna niet uit te leggen. Als ik er met lokale daycrew collega’s over praat, dan is het echt wegen wat je zegt.
Een loon voor 1000 kilo graan, mais of rijst in zakken van 50 kilo per stuk op je hoofd van een schip naar een trailer tillen is ongeveer 2 euro.
Dan durf ik bijna niet te vertellen dat ik, nou ja…
Zij volgen het nieuws ook, 100 miljoen voor een voetballer, 50 miljoen voor een coureur, 40 miljoen voor een basketballer, dollars dan.
Zelden heb ik mij zo rijk gevoeld als hier.
Soms dan heb je dat besef weer even, als we bidden voor het eten dan vragen we meestal aan God of Hij ook aan de mensen wil denken die geen eten hebben in de arme landen hier 100 meter verderop.
En toch, ik vraag me steeds meer af of de arme mensen wel echt in Afrika wonen.
Maar goed, ook nog iets over het werk.
Het werken op de verpleegafdeling begint nu echt serieuze vormen aan te nemen.
Door een covid outbreak aan boord zaten er zoveel verpleegkundigen in isolatie, dat we diensten van 12 uur hebben gedraaid.
Even doorbijten dus.
Soms denk je echt, wat doe ik hier? Nou, voor de patiënten zorgen dus, heel lange dagen.
Het is nu maar voor een week als het goed is, maar wel een lange week.
Totdat ik een patiënt van begin 20 heb.
Hij is geholpen aan een hele grote tumor die op zijn rug gegroeid was en daardoor had hij iets weg van Quasimodo, alleen dan in het echt.
Maar goed, die jongen van begin 20 was verlost van zijn tumor en nu ga ik de herstellende wond op zijn rug bekijken.
Echt zo aandoenlijk om een jongen van die leeftijd zo te zien tobben.
Zijn rug lijkt mooi te zijn genezen, maar omdat hij natuurlijk zijn eigen rug niet kan zien, vraag ik aan hem: ‘’Zal ik met je telefoon er even een foto van maken? Dan kun je zelf ook je rug zien.’’
Uit een verfrommeld plastic tasje komt een Nokia uit het jaar 2011 tevoorschijn.
Ik maak een foto en op het kleine gebarsten schermpje verschijnt een beeld met pixels als legoblokjes.
‘’Zal ik, wacht, ik maak anders met mijn euhm, kijk’’, verdraaid…
Gewoon, de situatie, zit ik hier dan met mijn iPhone pro+xl die voor mijn idee ondertussen al gedateerd voelt, een beetje gezond te zijn.
Soms zou je alles wat je hebt nog eens in de weegschaal willen leggen.
Als je het zwart/wit bekijkt is, het echt oneerlijk verdeeld in de wereld.
Waarom toch, hè.
Dat gevoel komt hier zeer regelmatig voorbij.
Dat enorme contrast, het houdt maar niet op.
Zeker omdat je er echt een onderdeel van wordt nu je hier zo lang bent.
Vaak denk je, wat zou ik doen als ik hier woonde en niet beter wist? Of niet anders kon.
Wie zou ik zijn?
Je komt uit een ontwikkeld westers land, met alle rechten en voorzieningen, dat neem je steeds mee in je gedachten als je hier bent.
Zo word ik op een dag geconfronteerd op het Hope Center met een klein meisje van 5 jaar.
Een aanhankelijk kind dat bij iedereen op schoot wil of even aan de hand mee wil lopen.
Toen ze twee was heeft dit meisje een pan hete olie over haar heen gekregen, waardoor onder andere haar hoofdje helemaal misvormd is.
Aangrijpend om te zien.
Haar mondje staat scheef en één oogje kan ze niet meer dicht krijgen.
Dat is wel even schrikken hoor, als je lekker bezig bent en ze komt op je afrennen, omdat ze een high five wil.
Er trekt een rilling over m’n rug.
Dat is wat geweest voor die ouders, ik probeer me eens een voorstelling te maken van hoe dat moment er uit heeft gezien, nee, nee, ik kom in gedachten niet eens in de buurt van hoe dat geweest moet zijn.
Je gillende kind wat vergaat van de pijn en er is dan geen plek waar je heen kunt.
Zelfs geen stromend water om te koelen.
En dan dat contrast wat ik bedoel, als er bij ons in Nederland een melding komt van een kind met ernstige verbranding wordt er uit voorzorg één van de vijf traumahelikopters meegezonden.
Ik heb hier in Dakar wel eens een ambulance met zwaailicht en sirene gezien, maar die kon ik wel heel goed bewonderen, omdat hij zeker tien minuten naast me en tien minuten voor me heeft gestaan in de file.
Zo’n afgekeurd ding wat wij al tien jaar niet meer gebruiken in de Benelux.
Ach ja.
Je kunt je voorstellen dat het voor ons soms ook een diepe bevrediging geeft om hier te zijn.
Na al de ellende die de mensen hebben meegemaakt mogen we hier toch zijn om een beetje hoop en heling te brengen.
En er gebeurt hier echt wat aan boord.
Grote ingrepen, kleine ingrepen.
Laatst hadden ze hier een operatie die maar liefst zestien uur duurde, waar met drie chirurgen aan gewerkt was.
Er was die dag een bericht uitgedaan met de vraag of iedereen die dag wilde bidden voor een goede afloop.
Er werd een 3D-geprinte kaak gemonteerd omdat die door een virus was weggevreten.
Toch een gek idee als je dan tijdens de lunch achter een van de chirurgen staat te wachten op je maaltijd.
Tja, die hebben ook even pauze nodig.
Maar goed, als we hier straks wegvaren hebben zoveel mensen toch een levensveranderende operatie mogen krijgen en misschien wel mede dankzij u!
Laten we werken zolang het dag is.
Wie dat ook doet is het screeningsteam die patiënten selecteert voor de volgende fieldservice.
Zij zullen voor een aantal weken door Gambia reizen om daar patiënten te screenen voor volgend jaar.
Omdat ik bij het transport departement inbegrepen ben maken we twee auto’s klaar met extra reservebanden en gereedschap wat meegenomen zal worden door het screeningsteam.
Doordat we met het schip niet in Gambia aan kunnen leggen zullen de mensen volgend jaar hier naar Dakar komen, waar wij voor 5 maanden hulp zullen verlenen met het nieuwe schip, De Global Mercy.
Het doet wat met me als ik ‘s avonds de twee auto’s de poort uit zie rijden en de achterlichten in de verte zie verdwijnen.
Wat zullen ze allemaal tegenkomen?
Wat zullen ze allemaal wel niet te verduren krijgen?
Hoe is het om sommige mensen te vertellen dat zelfs wij niets voor ze kunnen doen?
Voor hoeveel mensen zal het volgend jaar al te laat zijn?
Natuurlijk, we doen het voor het overgrote andere deel. Elk mens telt.
Die hier volgend jaar wel geholpen zal worden en de kans krijgt, het geluk heeft, of het voorrecht.
Poverty is a lack of shalom.
Het is een mooie middag en ik ga even op een bankje zitten op het Hope Center, gewoon even kijken.
Kijken naar de omgeving, de mensen, genieten van ze.
De individu.
Het detail.
Ik neem het eens allemaal goed in me op.
De mooie vlinders, de kleurrijke salamanders, een musje.
Meisje met haar samengetrokken arm door verbranding.
Voetballende jongen met verminkte hand door een slangenbeet.
De slechte kwaliteit van het beton waarvan het gebouw gemaakt is.
Wassende man die zich klaar maakt voor het vrijdagmiddaggebed.
Jochie wat aan het kleuren is met z’n benen nog in het gips.
Vrouw met een emmer op haar hoofd en een tumor op haar wang zo groot als de emmer.
De andere vrijwilligers die druk in de weer zijn.
Kindje wat bij mama op schoot ligt te slapen.
Ventje wat met zijn goeie arm een basketbal in het net probeert te gooien.
En de man die tegenover me zit en zonder woorden me heel veel vertelt.
Op de verpleegafdeling is het deze avond weer eens gezellig druk.
Voor de grap heb ik m’n speaker box meegenomen en ik zoek wat Afrikaanse muziek op.
Als vanzelf komen de heupen in beweging.
Vrouwen, kinderen, lokale daycrew, iedereen met Afrikaans bloed kan onmogelijk stil blijven zitten.
Het loopt uit in een dolle boel, vrouwen met hun ziekenhuisjapon nog aan waar allemaal slangen en draden uitkomen swingen gezellig mee.
De Europeaan of Amerikaan die probeert mee te doen ziet eruit als een robot.
Wat een cultuurverschil.
Nadat het feest is afgelopen ga ik weer achter de computer zitten om het een en ander te regelen.
Het stof is weer neergedaald en iedereen ligt weer op bed.
Achter een gordijntje komen sniffende geluiden van een meisje dat niet in slaap kan komen.
Haar moeder lukt het niet om haar te troosten en ik vraag of ze even bij mij op schoot komt zitten.
Zo zit ik heerlijk met een kleine dreumes op schoot te werken, achter de computer.
De ontspanning doet haar goed en ze valt in slaap, ze is zelfs zo ontspannen dat ik op een gegeven moment denk… euhm, nee toch, dit is toch niet wat ik denk dat het is…
Ik voel namelijk een warme gloed op mijn bovenbenen.
Langzaam verplaats ik het kind iets en zie dat er inderdaad een vochtige plek op m’n benen is ontstaan.
Dat kan maar een ding betekenen!
Ik draag het kind over aan haar moeder die d’r even mag gaan wassen en ik ben blij dat mijn huis maar 50 stappen lopen is. Ik stap snel onder de douche en trek een schoon uniform aan.
Het kind had schijnbaar zo veel spanning dat het door de kramp was vergeten te plassen.
Ach ja, wel weer een mooi verhaal voor bij de koffie. Haha.
Het blijft een veelzijdige baan waar de verrassingen vaak uit onverwachte hoek komen!
Wie kan er nou zeggen dat ze bij hun in het ziekenhuis een educatief programma hebben waarbij het thema ‘Ark van Noach’ is en dat op een schip.
De hele wand op de gang van het ziekenhuis is veranderd in een groot papieren schip.
Met de kinderen maken we dierfiguurtjes van papier, knippen ze uit, kleuren ze in en plakken ze op de ark.
De moslimpatiënten kennen het verhaal ook en voor hen is het geen Noach maar Nuh.
Dit is wel echt heel leuk aan dit werk.
Op deze manier geeft het werk veel voldoening.
Veelzijdig is ook mijn deelname bij het EMT, oftewel ‘Emergency Medical Team’.
Dat is zeg maar de 112 aan boord.
Af en toe hebben we een melding van een onwel wording en in de wekelijkse ‘drill’ hebben we wel eens een slachtoffer.
Maar deze avond hebben we een verassing.
Het EMT wordt opgeroepen om te verzamelen want er zou een aanrijding met een crewmember gebeurd zijn bij de ingang van de haven.
We stappen in een gereedstaande auto met ons team en snellen naar de locatie 500 meter verderop.
Er ligt een collega op de grond die geschept is door een auto en vergaat van de pijn.
We geven haar pijnstilling en stabiliseren haar.
Haar been is mogelijk gebroken en haar elleboog is ook lelijk verwond.
Duidelijk is dat ze vervoerd moet worden naar het schip en transport departement wordt ingeschakeld om een ambulance van Mercy Ships erbij te halen.
Toevallig dat Sjors daar werkt en die komt even later aan zetten met blauwe zwaailamp en al.
De patiënt wordt achterin geladen en zo rijden we samen met een arts en andere verpleegkundige terug naar het schip.
We kijken elkaar aan en lachen een beetje.
Nu zijn we echt samen vrijwilliger in hart, nieren, bloed, been en elleboog. Ultiem ambulance gevoel hoor.
Met ons crewmember liep het overigens allemaal goed af.
Oh ja, ook nog even een verhaal over de lokale Hermandad.
We hebben stof nodig voor het Hope Center.
Daar hebben ze een zaal afgebakend met een houten muur waar zo’n 15 stapelbedden staan.
In die ruimte is maar één airco aanwezig en dat blijkt niet genoeg om de grote getale mensheid te koelen.
Nu reikt die houten muur niet tot aan het hoge schuine plafond en mijn suggestie is om eens te proberen die ruimte af te sluiten met stof zodat de koude lucht van de airco niet kan ontsnappen.
Dat zal een investering van 30 euro zijn en dus het proberen waard alvorens een extra airco unit te plaatsen.
Op naar de stoffenmarkt.
Ik ga samen met mijn Afrikaanse collega Salomon die kant op en belanden voor de stoffenmarkt in een enorme verkeersopstopping.
Dus ik zeg tegen hem: ‘’Je weet wat je moet hebben, dus ga maar, ik zoek hier wel een plekje om in de auto te blijven wachten, want voordat we in deze situatie een parkeerplek hebben gevonden is Amalia waarschijnlijk al Koningin.’’
Na 10 minuten en tien meter verder zie ik dat er een ruimte is ontstaan waar eerst een aantal brommers stonden geparkeerd.
Op de schutting ernaast staat een plaatje met een P en een bromfiets.
En voor Toyota Land Cruisers vind ik.
Ik zet de auto op z’n plek en laat de motor lopen voor de airco en om te laten lijken dat ik elk moment weg ga rijden.
Een stukje stof kopen kan in mijn optiek in vijf minuten gefikst zijn, doch door mijn Afrika-ervaring had ik beter moeten weten.
Wij botte Nederlanders zeggen nog net goedemorgen uit een soort fatsoen tegen een verkoper, maar hier in Afrika gaat dat anders.
“Hee goedemorgen, hoe is het met je? Hoe is het met Moeder? Met je brommer? Heb je een leuke avond gehad? Hoe is het met je geit? Is je zusje nog in orde? Mooie kleren heb je aan” en daarna begin je pas aan je bestelling.
Wellicht ging het vandaag ook zo want na 20 minuten is Salomon nog niet terug met de stof, maar komt er wel een agent mijn kant op.
Zo eentje als uit een boze film, met een hele donkere zonnebril.
M’n deuren gaan op slot en het raam gaat op een kier.
‘’Hello goodmorning Sir’’, zeg ik, inclusief een grote, vriendelijke glimlach.
Duidelijk heeft mijnheer z’n dag niet en vraagt onmiddellijk naar mijn rijbewijs.
Tenminste dat denk ik, maar hij doet overkomen alsof hij zeggen wil: ‘’Je rijbewijs, kentekenbewijs, horloge en zonnebril’.
Ik geef hem een knap kopietje van mijn internationale rijbewijs en hou me verder van de domme.
Is dit alles? Hij noemt mijn doopnaam en mompelt nog wat.
Agent twee komt erbij.
Kentekenbewijs graag! Ook al zo’n booskijker.
Ik rommel wat in het dashboardkastje en overhandig alle papieren die ik kan vinden ook aan oom agent.
Ondertussen is er een busje gearriveerd met ‘police’ op de zijkant en met rondom gaas voor de ruiten, het doet me een beetje denken aan zo’n auto waarmee je normaal een leeuwenpark bezoekt, maar echt tijd voor grapjes is er niet want al mijn papieren verdwijnen in die auto.
Ondertussen beginnen nu al 5 agenten zich te bemoeien met mijn papierwerk en wordt het tijd om Salomon te bellen waar hij blijft.
‘’Heee Bro, how are you?’’
‘’Eeeuuhm, ben je al bijna terug? Er is een hoop gedoe met de politie hier.’’
‘’Relax Bro, ik ben bijna klaar, 5 minuten.’’
5 Afrikaanse minuten is omgerekend een kwartier, dus zet ik de airco op maximaal omdat ik het nu wel erg warm begin te krijgen.
Om het circus compleet te maken komt er ook iemand bij van de gendarmerie, zo iemand met van die leren laarzen en een geladen mitrailleur over z’n schouder.
In mijn hoofd speelt het scenario al af dat dit helemaal uit de hand gaat lopen en dat morgen in de Telegraaf staat: ‘’Man verdwijnt op mysterieuze wijze in Dakar”.
Maar gelukkig, daar is Salomon.
Salomon heeft communicatie gestudeerd en dat is maar goed ook, ferm stapt hij af op de groep agenten die vervolgens allemaal afwijzende gebaren maken richting mijn kant.
Salomon neemt het woord en ik hoor termen als NGO, Hospital, Mister President voorbijkomen en de man met de mitrailleur gebaard dat de papieren erbij moeten komen.
Met zichtbare tegenzin komen alle papieren één voor één tevoorschijn uit de leeuwenpark police auto.
Opgetogen stapt Salomon weer bij me in en ik check of we alle papieren bezitten en merk op dat mijn mooie kopie van mijn rijbewijs er niet bij zit.
Om te voorkomen dat iemand met mijn identiteit verdergaat, vraag ik of Salomon die ook nog voor me terug kan halen.
En ook de laatste agent die dacht slim te zijn kiest eieren voor zijn geld.
Want vaak werkt dat dus zo, ze nemen je rijbewijs af die je dan op het bureau weer op kunt halen voor 10.000 cfa-frank.
En als de agenten alleen zijn, kun je meestal gelijk op straat afrekenen.
Etnisch profileren doen ze hier ook, dus ik ben ondertussen al een paar keer aangehouden.
Maar nu ben ik een meester in het ontwijken geworden, zodra ik een agent zie staan kijk ik gewoon in mijn spiegel de andere kant op totdat ik hem gepasseerd ben, want een motoragent of andere agenten die mij in vlucht zouden kunnen grijpen zijn vaak nergens te bekennen.
Laatst zag ik een agent, die de hele middag had staan te controleren bij een rotonde, aan het einde van zijn dienst instappen bij iemand die een hele mooie BMW reed.
Zo werkt het hier nu eenmaal.
Maar goed, deze keer kom ik er goed mee weg.
Erica had minder geluk.
Met een vriendin gaat ze even naar de markt om wat te halen en wordt aangehouden door een agent.
Die checkt het kentekenbewijs en merkt zogenaamd op dat we niet bevoegd zijn om met geblindeerde ramen te rijden.
Nu is het zorgstelsel hier net zo goed geregeld als de wegenverkeerswet en is dit een foefje om mensen geld af te troggelen.
Als een auto hier al een ruit heeft is die negen van de tien keer geblindeerd en daar is dus niets voor geregeld blijkt bij navraag.
Echter verdwijnt dit keer de kentekenkaart in de zak van oom agent en krijgt ze een verfrommeld papiertje als bewijs van inname mee.
Ze belt me op om te vragen wat te doen en ik geef collega Salomon die naast me staat aan de lijn, die een telefonisch praatje met de agent maakt.
“Kom maar naar het schip, dan regel ik het morgen wel op het bureau’’, is het verlossende antwoord van hem.
Het gevoel van onrecht is vervelend.
Geef je alles op om hun volk te helpen en dan doen ze dit…
Ik spreek mijn gedachte uit, ik denk dat Jezus zich ook zo gevoeld moet hebben.
Het moet wat geweest zijn voor Hem.
Verlaat Hij vanuit liefde alles wat Hij had om de wereld te verlossen van de zonde en schuld en eeuwig leven te geven, maar dan moeten ze niets van Hem hebben!
Sterker nog, ze vermoorden Hem!
Het zet het voor mij in ieder geval weer even in perspectief.
Het einde van dit fieldservice is in zicht.
De laatste patiënten zijn geopereerd en we beginnen met alles in te pakken om terug te varen naar Tenerife, waar we zullen verhuizen naar de Global Mercy.
Daarna zullen we voor een aantal weken naar Nederland komen.
Met de kerst staan er twee borden extra op tafel!
Wat een vooruitzicht is dat.
Koude, frisse lucht op je gezicht, eindeloos douchen, lekker uitgebreid in bad, naar een restaurant, water uit de kraan, vrijheid, groot bed, familie, vrienden, de honden.
Wat kijken we daarnaar uit.
Sinds 4 weken is Erica veranderd van functie ‘Ward Nurse’ naar ‘Teamleider van het pre-operatieve team’. De weken stonden in het teken van overdracht en inwerken voor deze rol op de Global Mercy.
Och, er zou nog zoveel meer te vertellen zijn, maar de tijd en de omstandigheden laten het niet toe om meer op papier te krijgen.
Het blijft maar moeilijk te verwoorden hoe het is om je te begeven in een wereld die zo ver van je eigen wereld lijkt te staan.
Dit zal de laatste blog zijn voor deze periode, bedankt voor het meeleven, de reacties, berichtjes, het bezoek, de kaarten, pakketjes en donaties.
Het heeft ons enorm bemoedigd tijdens ons verblijf in Afrika.
Duizendmaal dank!
Het gebeurde op het Hope Center.
Terwijl ik sta te praten met wat collega’s in het kantoortje komt de man op leeftijd binnen, samen met een tolk.
Het litteken dat van halverwege zijn achterhoofd via zijn oor doorloopt tot diep in zijn nek verraadt dat er iets enorms is weggehaald.
De man mag vandaag definitief naar huis en er worden wat ontslagbrieven geregeld.
Hij wil graag zijn dankbaarheid uiten en via de tolk krijgen de spaarzame woorden kleur.
Doordat we zoveel mensen mogen helpen is het voor de collega’s op het Hope Center wekelijkse kost om afscheid te nemen van patiënten en maken ze dit zo vaak mee dat het voor hen minder aangrijpend is dan voor mij.
Ik observeer de man en krijg een enorm gevoel van medelijden.
Hoe ga je ooit de mensen bedanken die jou geholpen hebben? Jaren beperkt door een tumor, de dood voor ogen, ziekenhuizen en zelfbenoemde doctoren die je van al je spaargeld hebben ontdaan en alle hoop op een betere toekomst was eenmaal verdwenen en dan nu sta je hier.
Gezond.
Zonder tumor, zonder te hoeven betalen, overspoeld door alle liefde, hij voelt zich waardevol.
Er zijn maar weinig woorden die de man uitspreekt, hij voelt dat alle woorden tekort zullen schieten, zeker omdat het nooit in verhouding staat met wat voor hem gedaan is.
En dan plots de woorden die mij zo treffen, hij had het niet beter kunnen verwoorden:
“Alleen God kan jullie terugbetalen voor wat jullie voor mij deden!”
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!
Erica en Sjors,
Wat blijft het mooi en ontroerend om te lezen wat jullie allemaal meemaken en hoe groot de contrasten tussen arm en rijk zijn. Zo waardevol is het wat jullie doen! Sterkte met alles wat op jullie pad komt.
Groetjes Elizabeth van der Dussen
Lieve Erica en Sjors,
Heerlijk jullie verhaal te lezen….wat een belevenissen
Hopenlijk hebben jullie genoten met kerst thuis en weer nieuwe energie voor de komende tijd …
We hadden het pad nog op de seh over jullie mooie werk!!
We zijn trots op je/jullie.
Succes en veel plezier, vooral veel zegen van boven Hij reist mee!!
Groetjes Neline
Wat een indrukwekkend verhaal! Bijzonder om jullie ervaringen te lezen! Een hele fijne tijd in Nederland toegewenst en Gods onmisbare nabijheid en zegen in jullie prachtige werk!
Liefs Hanneke
Het was weer prachtig jullie verhaal te lezen en als het ware er even weer bij te zijn. God werkt door je heen, dat is de kracht. En wij mogen in verwondering aanschouwen! Zegen voor jullie en lieve groet. Gerrit & Herma
Bedankt voor het delen van jullie belevenissen op en rondom Merci Ships. Ik wens jullie een hele fijne, gezegende tijd toe tijdens de feestdagen in Nederland. Geniet van het de rijkdom hier hoewel er ook hier armoede heerst, anders maar toch.
Warme groet, Fransca :).
Sjonge Sjors & Erica, dankjulliewel dat je ons even hebt laten mee kijken met jullie ogen, en hebt laten mee voelen met jullie hart. Wat geweldig beschreven. De paradoxen, de winst, het verdriet.
Ja, zoals Gary Parker zei: kijk niet naar wat je NIET kon doen, maar wat je WEL hebt kunnen doen.
Zonder jouw aanwezigheid daar, was niet gebeurd wat jij hebt gedaan.
Dus heb je 100% winst gemaakt!
En rond de Kerst mag je even 100% feest vieren, feest op vele fronten 😀 Geniet er van, het is je van harte gegund even weer lekker zelf bij te tanken!
Lieve knuffels, Carolien.
Bedankt voor het ontroerende verhaal. Wij bidden jullie en alle Mercy Ships crew een gezegende Kerstdagen toe.