Vijf jaar lang is de Africa Mercy hun thuis geweest. Bernard en Janetta van den Bosch stapten deze zomer de loopplank van de Africa Mercy voor de laatste keer af om hun leven in Nederland weer op te gaan bouwen. Bernard neemt afscheid van zijn rol als managing director, Janetta van die van pastoraal medewerker. Twee van hun drie zonen vertrokken al eerder van het schip om in Nederland te gaan studeren, de derde gaat straks voor het eerst in Nederland naar school. Wat hebben deze vijf jaren hen gebracht en geleerd? En wat gaan ze het meeste missen van het leven aan boord? Een interview met twee doorgewinterde Mercy Ships-vrijwilligers.
Hoe is het voor jullie om weer in Nederland te zijn, na 5 jaar op de Africa Mercy? Hoe kom je dan thuis?
Bernard: ‘Tja, is het wel thuis? Zo voelt het nog niet echt. Het schip was ons thuis, en elke zomer kwamen we op verlof in Nederland. Zo voelt het momenteel ook nog, we kunnen uitslapen en bijkomen, maar tegelijkertijd moet er ook veel geregeld worden om ons weer in Nederland te vestigen. Wat in het begin ook gek voelde, is het ontbreken van coronaregels hier. Op de Africa Mercy doen we er natuurlijk alles aan om onze patiënten geen risico te laten lopen, dus dragen we overal nog mondmaskers. Ik voelde me in Nederland eerst bijna schuldig om zonder mondkapje rond te lopen.’
Janetta vult aan: ‘Ik geniet erg van de vrijheid die ik nu heb. Lekker op de fiets overal naar toe, zelf boodschappen doen, zelf eten koken, heerlijk! En als je hier dan weer overal komt, merk je dat we ook ontwikkelingen gemist hebben in die 5 jaar. De voordeelpasjes van winkels zijn nu allemaal digitaal bijvoorbeeld, en reizen doe je met de OV-chipkaart. Ik merk daaraan dat ik echt in 2 werelden leef: in sommige dingen ben ik wel Nederlander, maar in andere dingen totaal niet. Ik ben geen onderdeel van de samenleving hier, daar moet ik echt weer inkomen.’
Bernard, lachend: ‘Dat naïeve, dat je in een land woont en geen idee hebt hoe alles werkt is ook wel fijn ergens. Dat hebben we zowel in Afrika als nu hier.’
Dat leven in twee werelden, heeft dat ook schaduwkanten?
Janetta: ‘We zijn gewend om iets achter te laten en dan een nieuwe fase in te gaan. De afgelopen 16 jaar hebben we heel goed leren schakelen. En we zijn de 2 werelden juist erg gaan waarderen! Ik zie dat God ons nu langzaam heeft voorbereid om weer terug naar Nederland te gaan, om hier weer de mooie dingen te gaan zien. Hij heeft ons langzaam losgemaakt en voorbereid om terug te komen. Dat is een natuurlijk proces waarin God helpt en stuurt, dat gaat heel vloeiend.’
Bernard: ‘Sommige mensen zeggen: je gaat het moeilijk krijgen in Nederland, voor elk jaar dat je weg bent kost het je meerdere maanden om weer terug te komen. Daar geloof ik niks van, zo werkt het bij ons niet. Wij nemen het leven zoals het is, we sluiten nu een hoofdstuk af en beginnen een nieuw. Het perspectief voor een baan in Nederland is goed, we vonden snel een huis en ook een school voor onze jongste zoon. Dat alles dan zo op z’n plek valt geeft veel vertrouwen.’
Janetta: ‘God heeft overal een plan voor je, en geeft je ervaringen waar je weer verder mee kunt. In Nederland ben je net zo goed geroepen als op de schepen. Het zal wel een zoektocht voor ons zijn hoe we de roeping van God in Nederland vormgeven, daar willen we echt de tijd voor nemen.’
Wat gaan jullie het meest missen van het communityleven aan boord?
Janetta: ‘Voor mij voelt het nu nog alsof we ‘gewoon’ op verlof zijn, maar na de zomer ga ik vast de mensen van de community missen. Ik ben door mijn werk als Transition Facilitator en Chaplain (ondersteuner voor nieuwe of vertrekkende vrijwilligers en pastoraal medewerker, red.) natuurlijk altijd heel erg betrokken geweest bij het komen en gaan van mensen, ik kende echt íedereen. Vaak herken ik mensen al aan hun manier van lopen of hun stem, het zal zo vreemd zijn om niet meer in de gemeenschap te leven straks.
Het bijzondere van het schip is dat je het wonder om je heen ziet gebeuren. We zien de blinden ziende worden, de kreupelen weer gaan wandelen, en mensen tot bekering komen. Tijdens corona hield ons dat wel op de been, dat we God aan het werk zagen op het schip. Het maakt niet uit waar we waren – in Afrika of op Tenerife – Hij gaat gewoon door! Die zichtbare wonderen ga ik zeker missen, maar ik geloof dat ze er in Nederland ook zijn. Ik moet misschien wel gaan leren om die hier ook te zien.’
Wat hebben deze jaren bij Mercy Ships jullie gebracht? Hoe kijken jullie er op terug?
Bernard: ‘Belonging’ – dat is het eerste woord dat bij me opkomt. Dat hebben we heel sterk ervaren bij Mercy Ships, dat je onderdeel bent van een hele hechte groep die een centrale rol speelt in het werk. Dat is bij Mercy Ships wel sterker dan bij andere goede doelen.
Verder heb ik heel veel geleerd van het werk zelf, van het verantwoordelijk zijn voor de soms 600 man aan boord. Verbazingwekkend om te zien is hoe goed het systeem op het schip werkt: artsen komen op zaterdag aan en staan maandag al op de OK. Er komt zoveel kijken bij het verlenen van medische zorg op deze manier, maar het werkt zo goed. Ook op het vlak van crisismanagement heb ik veel geleerd. Het was voor mij erg interessant om me daarin vast te kunnen bijten. Bij een crisis zoals het ontstaan van de pandemie en het daarop volgende vertrek uit Senegal is er ook veel emotie bij mensen, maar de uitdaging die het met zich meebrengt geeft mij juist ook weer energie.
Janetta: ‘Bij Mercy Ships kon ik weer echt gaan werken, omdat de kinderen groter werden. Ik heb me professioneel kunnen ontwikkelen op het gebied van member care: de zorg voor het welzijn van de bemanning. Wat onze tijd aan boord me ook heeft gebracht is heel dicht bij God leven. Mercy Ships is zo’n klein wereldje, zo’n klein dorpje – ik heb me altijd zo dicht bij God gevoeld. God heeft me laten groeien in het leven met Hem.’
Bernard, jij hebt verschillende leidinggevende posities gehad op de Africa Mercy. Welke ontwikkelingen heb je op het schip gezien de afgelopen jaren?
‘Op het gebied van fleet mentality heb ik veel groei gezien. Het samenwerken tussen beide schepen, met de ISC en de nationale kantoren is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dat werd bijvoorbeeld zichtbaar toen de Africa Mercy en Global Mercy samen in Senegal lagen: je hebt dan verschillende belangen – voor de Africa Mercy was het heel erg belangrijk dat de operaties gewoon door konden gaan tijdens de feestelijkheden – en daar heb je dan goed overleg over, waarin je samen tot een aanpak komt die beide schepen dient. Er is ook meer support voor de schepen vanuit Europa, in de goede tijdzone voor de samenwerking met het schip. Meer mensen staan paraat voor de schepen op de momenten dat het echt nodig is.’
Janetta, jij bent actief geweest in de zorg voor de crew zelf binnen chaplaincy. Wat kenmerkt de periode die jij hebt meegemaakt?
‘Ik zie een positieve ontwikkeling bij Mercy Ships in de zorg voor de crew. Member care is in de lift: er wordt beter voor de mensen gezorgd, voor hun mentale welzijn, maar ook met praktische hulp, financiële ondersteuning, professionele ontwikkeling. Kortetermijnvrijwilligers hebben ook andere behoeften dan langetermijnvrijwilligers, daar moet je invulling aan geven. We kunnen er altijd nog beter in worden maar Mercy Ships groeit hier wel echt in.’
Hebben jullie in de afgelopen jaren vervulling gezien van de verwachting waarmee je destijds aan het werk bent gegaan voor Mercy Ships?
Janetta: ‘We zijn heel erg geraakt door het werk van Mercy Ships toen de Africa Mercy in Madagaskar was. Wij woonden en werkten daar bij de MAF, en zagen daar de impact van het werk van de andere kant. We hebben daar zoveel van de liefde van God gezien. En we zagen ook veel mogelijkheden voor professionele groei. Dat heeft deze tijd absoluut gebracht.’
Bernard: ‘Het mooiste vind ik nog steeds de kinderen die voetballen op het dok met hun kromme beentjes. Dan krijgen ze een operatie en zie je ze met de benen in het gips voorzichtig lopen. Dat is zo ontzettend mooi om te zien. De kinderen raken toch het meest en dat is door de jaren heen ook zo gebleven.’
Wat was het moeilijkste moment in de afgelopen 5 jaar?
Bernard: ‘De Covid-situatie was heel heftig voor de missie én voor de community. Het had zo’n ongelooflijk emotionele impact. Mensen moesten weg, we moesten vertrekken uit Senegal. Ook voor de kinderen was het zwaar: eerst ging de school nog door, maar na de zomer was de school alleen online. Moeilijk was ook de uitstel die er steeds kwam, corona bleef aanhouden en terug naar Senegal moest een paar keer worden uitgesteld. Ik moest dit dan aan de bemanning vertellen, dat was ontzettend moeilijk.’
Wat was het mooiste moment in de afgelopen 5 jaar?
Bernard: ‘De terugkeer naar Senegal was een absoluut hoogtepunt. Het was zo ontroerend om weer aan te komen bij datzelfde dok als waar we 2 jaar daarvoor dat verdrietige afscheid hadden van alle vertrekkende bemanningsleden.’
Janetta: ‘Absoluut! En ook de Africa Celebration was een heel bijzondere tijd voor ons: beide schepen zij aan zij in Senegal. Het viel precies in de maand dat wij afscheid namen, maar het was tegelijk een terugzien van zoveel bekenden met beide crews van de Africa Mercy en Global Mercy bij elkaar. Het was zo’n groot feest! Alleen God kan er voor zorgen dat het zo gaat.’
Hoe zien jullie de toekomst?
Janetta: ‘Allereerst wil ik hier in Nederland weer een thuis creëren, en onze jongste zoon goed begeleiden in het proces om weer in Nederland naar school te gaan. Ik kijk ook uit naar een baan. Ik zou heel graag weer iets in de richting van member care willen doen, zorgen voor mensen die een transitie hebben. Ik heb inmiddels zoveel ervaring in het werkveld, ik zou het mooi vinden om in mijn werk daar nog iets mee te kunnen doen.’
Bernard: ‘We richten ons nu op Nederland, het weer aarden hier. We nemen de tijd om een baan te vinden en een kerk te zoeken waar ook onze jongste zich thuis kan voelen. Dat is heel belangrijk voor ons.’
Waar kan Mercy Ships nog verder in groeien de komende tijd?
Janetta: ‘We kunnen meer investeren in de professionele ontwikkeling van de crew. Daar is nog wel echt winst te halen. Als mensen meer opgeleid zijn, kunnen ze het werk veel beter aan, waardoor je op alle vlakken winst behaalt.’
Bernard: ‘We moeten als organisatie ook heel dicht bij God blijven. Ik heb daar geen zorgen over, maar het is altijd een aandachtspunt. We hebben biddende leiders nodig, en die hebben we nu ook denk ik. Dat is heel erg mooi.’